Wilde planten in Nederland en België

Zomerfijnstraal - Erigeron annuus

Frysk-Astertongersied

English-Daisy Fleabane

Français-Vergerette annuelle

Deutsch-Einjähriges Berufskraut

Synoniemen-Erigeron strigosus, Phalacroloma annuum, Stenactis strogosa, Stenactis annua, Madelieffijnstraal

Familie-Asteraceae (Composietenfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Fijnstraal slaat op de fijne straalbloemen. Erigeron is samengesteld uit eri (vroeg) en geron (grijs). De naam slaat op het grijze zaadpluis dat snel na de bloei in grote hoeveelheden verschijnt. Annuus betekent eenjarig.

Ondersoorten-Zomerfijnstraal (Erigeron annuus subsp. annuus) en Madelieffijnstraal (Erigeron annuus subsp. septentrionalis). De meeste hier voorkomende planten hebben tegenwoordig echter kenmerken van beide ondersoorten.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Eenjarig, tweejarig of zelden overblijvend.

Plantvorm-Therofyt of hemikryptofyt.

Hoofdbloei-Juli en augustus.

Afmeting-30-75 cm.


Kenpei - cc by-sa 3.0


Natalie Schmalz - cc by-sa 3.0


Karelj - cc by-sa 3.0


Dalgial - cc by-sa 3.0

Wortels-Vaak diep wortelend.


marcienne - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0

Stengels-De dunne, rechtopstaande stengels zijn alleen in de bovenste helft vertakt. Ze zijn verspreid behaard.


Bert Verbruggen - verspreidingsatlas.nl


Jerzy Opiola - gfdl


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Bladeren-De onderste bladen zijn min of meer eivormig, grof getand en hebben een vrij lange, gevleugelde steel. Tijdens de bloei zijn deze bladen vaak al verdord. De bovenste bladen zijn smaller, weinig getand tot gaafrandig en korter gesteeld tot zittend. De bladen zijn niet gelobd.


Dalgial - cc by-sa 3.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Bloemen-Polygaam. De bloemhoofdjes vormen vrij losse, iets schermvormige pluimen. De voor de bloei hangende hoofdjes zijn 1½-2 cm groot. De smalle, witte of soms lichtblauwe lintbloemen (aan beide kanten gelijk gekleurd) zijn 6-9 mm lang. De omwindselbladen hebben tamelijk lange afstaande haren. De binnenste zijn 4-5 mm lang.


Thomas Bresson - cc by-sa 3.0


Björn S... - cc by-sa 2.0


Björn S... - cc by-sa 2.0


Danny Steven S. - cc by-sa 3.0

Vruchten en zaden-De nootjes van de lintbloemen hebben vruchtpluis dat bestaat uit twee rijen borstelharen. Die van de buisbloemen hebben een haarkrans, die omringd wordt door een kroontje van kleine schubben (ze omsluiten een rij borstelharen). De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.


Nino Cardinali en Riccardo Luciano - cc by-nc-nd 4.0


marcienne - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Christine Jourdan - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige, soms licht beschaduwde, open plaatsen op vochtige of natte, voedselrijke, vaak omgewerkte grond (zand, leem, klei en stenige plaatsen).

Groeiplaatsen-Zandige plaatsen op dijken (o.a. kanaaldijken), bermen, uiterwaarden, hooiland, spoorbermen, kalk-, leem- en steengroeven, oude muren, ruige rivieroevers, jonge bosaanplantingen, begraafplaatsen, humeuze ruigten en stortterreinen.

Verspreiding

Wereld-Oorspronkelijk uit Noord-Amerika. In Midden-Europa al sinds de 18de eeuw.

Nederland-Ingeburgerd in de 19de eeuw. Vrij algemeen.

Vlaanderen-Ingeburgerd. Vrij algemeen.

Wallonië-Ingeburgerd. Vrij algemeen.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl