Zeerus - Juncus maritimus

Frysk Seerusk

English Sea Rush

Français Jonc maritime

Deutsch Strandbinse

Synoniemen

Familie Juncaceae (Russenfamilie)

Naamgeving (Etymologie) Juncus komt van het Latijnse jungere (verbinden), omdat soorten van dit geslacht werden gebruikt als bind- en vlechtmateriaal. Maritimus betekent van of aan de zee.

Uitgebreide beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur Overblijvend.

Plantvorm Helofyt.

Hoofdbloei Juni t/m augustus.

Afmeting 30-120 cm.

Paulu - Public Domain

Paulu - Public Domain


Hans Toetenel - cc by-nc-sa 3.0 nl


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl

Wortels Een kruipende wortelstok.


Herbier Guittot - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


herbariaunited.org


herbariaunited.org


herbariaunited.org

Stengels Zeerus vormt dichte pollen of rijen van stengels. De gladde stengels zijn helemaal met merg gevuld.


Andrea Moro - cc by-sa 4.0


Florent Beck - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk (links stengel en rechts blad)

Bladeren De stengelvoet wordt omhuld door geelbruine tot donkerrode, glanzende scheden, waarvan er ten minste één in een lange rolronde bladschijf eindigt. De bovenste scheden hebben een rolronde, stengelachtige bladschijf en geen oortjes. Van de twee schutbladen aan de voet van de bloeiwijze zet één de stengel voort. Meestal steekt dit schutblad boven de bloeiwijze uit. De bladeren zijn 1½-3½ mm breed. De bladeren en de schutbladen lopen in een scherpe punt uit.


bertrant.bui - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Julien Barataud - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk
Links stengel 3x en rechts 1 x blad.

Bloemen Tweeslachtig. Het onderste schutblad van de bloeiwijze eindig in een stijve stekelpunt (iets korter tot iets langer dan de bloeiwijze). De bloeiwijze is eerst vrij compact en strokleurig, later wordt deze meer bruin. Als de bloeiwijze volledig is uitgegroeid steekt de onderste zijtak boven de rest van de bloeiwijze uit. De bloemen staan meestal in kluwens van twee of drie bijeen. Elk groepje heeft aan de voet één of twee vliezige blaadjes.


Hans Toetenel - cc by-nc-sa 3.0 nl


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk

Vruchten en zaden Een doosvrucht. De zaden hebben zowel aan de top als aan de voet een witachtig aanhangsel. Eenzaadlobbig.


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem Zonnige plaatsen op vochtige tot natte, matig voedselrijke, brakke zandgrond, op plekken met zowel zoete als zilte invloed. Na ontzilting lang standhoudend.

Groeiplaatsen Zilte strandweiden, hoge kwelders, op overgangen van hoge schorren naar de duinvoet, ontziltende kwelders, brakke aanspoelselgordels, strandvlakten die zelden door zeewater worden overstroomd, langs zee-inhammen in duingebieden, laagten in binnenduinweiland, duinvalleien en langs poldersloten.

Verspreiding

Wereld Kustgebieden in West-Europa en het Middellandse-Zeegebied.

Nederland Inheems. Zeldzaam.

Vlaanderen Inheems. Zeldzaam.
Wallonië Niet in Wallonië.

2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl