Zandambrosia - Ambrosia psilostachya

Frysk-Wreed moalstokje

English-Perennial Ragweed

Français-Ambroisie à épis grêles

Deutsch-Stauden Ambrose

Synoniemen-Ambrosia coronopifolia, Ruwe ambrosia

Familie-Asteraceae (Composietenfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Ambrosia is het Griekse woord voor voedsel voor de goden, waardoor ze eeuwig zouden leven. Psilostachya komt eveneens uit het Griekse en betekent naakte of onbedekte aar.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Geofyt.

Hoofdbloei-Juli t/m oktober.

Afmeting-10-90 cm.


Krzysztof Ziarnek - cc by-sa 3.0


Krzysztof Ziarnek - gfdl


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Wortels-Aan de ver kruipende wortels groeien wortelknoppen, die vroeg in de herfst beginnen uit te lopen, maar zich pas in de volgende lente tot nieuwe planten ontwikkelen.


symbiota.math.wisc.edu - cc0-1.0


symbiota.math.wisc.edu - cc0-1.0


symbiota.math.wisc.edu - cc0-1.0


symbiota.math.wisc.edu - cc0-1.0

Stengels-Groepen vormend. De stengels zijn grijsviltig.


G.-U. Tolkieh - cc by 2.5


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Bladeren-De bladen zijn enkel geveerd, diep veervormig ingesneden en kort gesteeld of zittend.


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Bloemen-Eenslachtig. Eenhuizig. De bloemen zijn groenachtig of groengeel. De mannelijke bloemhoofdjes hebben een dicht behaard omwindsel. De omwindselbladen zijn niet of zeer klein getand.


Kenraiz - gfdl


Adrie van Heerden - verspreidingsatlas.nl


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Vruchten en zaden-Het vruchtomhulsel om het nootje heeft vaak enkele zeer kleine knobbeltjes en een snavelvormige top van meestal minder dan 1 mm lengte, maar soms tot 2 mm. Er worden vaak maar weinig zaden gevormd. Tweezaadlobbig.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige, open plaatsen op matig voedselarme tot meestal matig voedselrijke, vaak kalkhoudende, humusarme, omgewerkte grond (zand, vaak vermengd met ander materiaal, zoals puin).

Groeiplaatsen-Langs duinpaden, bermen, voedselrijke ruigten, spoorbermen, haventerreinen, bouwterreinen, industrieterreinen, zandgroeven en soms zandige rivieroevers.

Verspreiding

Wereld-Oorspronkelijk uit de Noord-Amerikaanse prairiegebieden. Sinds 1900 ingeburgerd in Europa.

Nederland-Ingeburgerd tussen 1925 en 1949 (sinds 1945). Zeldzaam.

Vlaanderen-Ingeburgerd. Zeer zeldzaam.

Wallonië-Ingeburgerd. Zeer zeldzaam of verdwenen.

2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl