|
|
Wilde planten in Nederland en België |
|
|
Wimperparelgras - Melica ciliata |
Frysk
English-Hairy Melick
Français-Mélique ciliée
Deutsch-Wimper-Perlgras
Synoniemen
Familie-Poaceae (Grassenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Waarschijnlijk is de naam Melica oorspronkelijk in Italië aan Sorgho gegeven, waarvan het merg naar honing (mele) smaakt. Ciliata betekent gewimperd.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Hemikryptofyt.
Hoofdbloei-Mei t/m juli.
Afmeting-30-100 cm.
|
|
|
|
|
|
Wortels-Een korte kruipende wortelstok, die tot meer dan 10 cm lange uitlopers vormt.
|
|
|
|
|
|
Stengels-De ruwe stengels staan rechtop.
|
|
|
|
|
|
Bladeren-De grijsgroene bladen zijn 2-3 mm breed. De bladen hebben iets ruwe scheden en smalle, vlakke of borstelvormig-opgerolde, van onder en aan de rand ruwe en van boven kortharig ruwe bladschijven. Het ingesneden tongetje is 1,5-5 mm lang.
|
|
|
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De bloeiwijzetakken zijn ruw en de onderste hebben één of twee grondstandige takjes. De rechtopstaande aar-pluim is 6-15 cm lang. De 5-8 mm lange aartjes zijn meestal naar één kant gekeerd (ten slotte staan ze meestal horizontaal af). Het onderste, spitse kroonkafje is met 2-3 mm lange, stijve haren bewimperd. Het bovenste ktroonkafje is naar boven dicht en vrij lang gewimperd. De kelkkafjes zijn meestal eerst vuilviolet en ten slotte lichtbruin. De niet ontwikkelde bovenste bloem is langwerpig of lancetvormig en kaal.
|
|
|
|
|
|
Vruchten en zaden-Een graanvrucht. Eenzaadlobbig.
|
|
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige, warme plaatsen op droge, kalkrijke, vaak stenige grond.
Groeiplaatsen-Kalkgrasland, muren, rotsen, steenachtige plaatsen en krijthellingen.
Verspreiding
Wereld-Zuid-, Oost- en Midden-Europa, Zuidwest-Azië en Noord-Afrika.
Nederland-Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam.
Vlaanderen-Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam.
Wallonië-Inheems. Zeldzaam.
2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl