Frysk-Rûkende kaaiblom English-Lesser Butterfly-orchid Français-Platanthère à deux feuilles Deutsch-Weiße Waldhyazinthe Synoniemen-Platanthera bifolia subsp. bifolia, Orchis bifolia Familie-Orchidaceae (Orchideeënfamilie) Naamgeving (Etymologie)-Platanthera komt van het Griekse platus (breed) en anthera (helmknop), vanwege de brede helmknop. Bifolia betekent tweebladig. Ondersoort-Vroeger werd Bergnachtorchis beschouwd als een een ondersoort van Welriekende nachtorchis (Platanthera bifolia subsp. latifolia). Kruising-Platanthera bifolia kan een bastaard vormen met Bergnachtorchis (Platanthera chlorantha). Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Overblijvend. Plantvorm-Geofyt. Hoofdbloei-Juni en juli. Afmeting-20-50 cm.
Wortels-Vrij grote, gesteelde, langwerpige knollen, die in een dunne wortel versmald zijn en met korte bijwortels.
Stengels-Een vrij stijf rechtopstaande, holle en min of meer kantige bloemsteel, die vaak heen en weer gebogen is.
Bladeren-Aan de stengelvoet vind je twee of drie smal lancetvormige, bruine scheden en twee dicht bijeenstaande, elliptische tot langwerpige, glanzende, stompe of iets spitse wortelbladen, die in een langere of kortere gevleugelde steel versmald zijn. Ze staan bijna tegenover elkaar en zijn 5-15 cm lang en 2-5 cm breed. De bovenste twee tot vijf bladen zijn veel kleiner, schubvormig en lijnvormig-langwerpig.
Bloemen-Tweeslachtig. De geelgroene schutbladen zijn lancetvormig tot ei-lancetvormig, iets stomp, met een sterke middennerf. Ze zijn even lang als het vruchtbeginsel en lopen iets langs de stengel af. De vrij lange aar is losbloemig en 5-15 cm lang. De (vooral 's avonds) welriekende bloemen zijn wit iets geelachtig en vooral op de lip iets groen aangelopen. De hangende, ongedeelde lip is 0,8-1,2 cm en smal langwerpig. De buitenste drie bloembladen zijn langwerpig en staan af. De binnenste twee bloembladen zijn korter en smaller en staan naar boven gericht. De draadvormige spoor is 2½-3 cm lang, twee tot drie keer zo lang als het vruchtbeginsel, spits en naar de top toe weinig verbreed. De spoor is wit of groenachtig wit, naar de top toe weinig verbreed en daar bijna steeds groenachtig. Het helmbindsel (het groene van de helmknop tussen de beide helmhokjes) is, van de voorzijde gezien, 2,5-4 keer zo lang als breed. De helmhokjes staan ongeveer evenwijdig naast elkaar en zijn op 0-0,2 mm van elkaar af geplaatst. Het vruchtbeginsel is gedraaid, lijnvormig en gekromd.
Vruchten en zaden-Een doosvrucht. Eenzaadlobbig.
Biotoop Bodem-Zonnige of half beschaduwde plaatsen op vochtige tot vrij natte, matig voedselarme, niet bemeste, humusrijke, zwak zure tot kalkhoudende grond. Ook in zwak brak milieu (zand, leem, veen en mergel). Welriekende nachtorchis groeit op wat zuurdere grond dan Bergnachtorchis. Groeiplaatsen-Grazige plaatsen in heide, blauwgrasland, schraal grasland, grasland op hoogveen, kalkgrasland, bermen, spoorbermen, soms op open plaatsen in bossen, bosranden, struwelen, duinvalleien, waterkanten, drassig rietland, trilveen, langs bronveentjes en vrij jong veenmosrietland. Verspreiding Wereld-Gematigde streken in Europa, Azië en Noord-Afrika. Nederland-Inheems. Zeldzaam. Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam. Wallonië-Inheems. Vrij zeldzaam. 2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |