Watertorkruid - Oenanthe aquatica

Frysk Ielkrûd

English Fine-leaved Water-dropwort

Français Oenanthe aquatique

Deutsch Wasserfenchel

Synoniemen Phellandrium aquaticum, Oenanthe phellandrium

Familie Apiaceae (Schermbloemenfamilie)

Naamgeving (Etymologie) Oenanthe komt van het Griekse oinè (wijnstok) en anthè (bloem), omdat de geur van de bloemen met die van de bloemen van de druif overeenkomt. Aquatica betekent in het water levend.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur Tweejarig, driejarig of soms overblijvend.

Plantvorm Helofyt of hemikryptofyt.

Hoofdbloei Juni t/m augustus.

Afmeting 30-120 cm.


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl


Albert Dees - cc by-nc-sa 3.0 nl


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0

Wortels De wortelstok is niet verdikt met dunne, vezelige wortels. Vaak zijn er uitlopers.


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


herbariaunited.org


herbariaunited.org

Stengels De forse, rechtopstaande stengels zijn kaal, stevig, hol en geribd of gegroefd. De stengel heeft min of meer een zigzagvorm.


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl


kuleuven-kulak.be/bioweb


kuleuven-kulak.be/bioweb


kuleuven-kulak.be/bioweb

Bladeren De onderste bladen zijn ondergedoken (indien aanwezig). Ze zijn zeer fijn verdeeld, drie- of viervoudig geveerd met lijnvormige of draaddunne slippen. De andere, verspreidstaande bladen zijn twee- tot drievoudig geveerd met eironde (langwerpig-eironde), diep ingesneden, spitse deelblaadjes die 4-6 mm lang zijn. Deze bovenste bladen hebben geen stengelomvattende bladschede.


kuleuven-kulak.be/bioweb


Christian Fischer - cc by-sa 3.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Bloemen Tweeslachtig. De zijdelingse bloemschermen zitten aan het eind van de stengels of tegenover de bladoksel (niet okselstandig). Ze bestaan uit vijf tot vijftien stralen. Ze zijn kort gesteeld en de steeltjes worden na de bloei niet dikker. De bloemen zijn wit of heel soms paars en worden 2 mm groot. De randbloemen zijn niet stralend (alle kroonbladen zijn vrijwel even groot, ongeveer 1 mm.). De vijf kelktanden zijn spits. Er zijn meestal geen omwindselbladen, maar wel veel omwindselblaadjes. Elke bloem heeft verder vijf kroonbladen, vijf meeldraden en een onderstandig vruchtbeginsel met twee stijlen.


kuleuven-kulak.be/bioweb


kuleuven-kulak.be/bioweb


kuleuven-kulak.be/bioweb


H.Zell - cc by-sa 3.0

Vruchten en zaden De tweedelige splitvruchten zijn langwerpig tot eivormig, 3-4½ mm lang, vaak gebogen en met zeer brede, afgeronde ribben en zeer korte stijlen (tot 1 mm lang). Tweezaadlobbig.


Willie Riemsma - cc by-nc-sa 3.0 nl


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem Zonnige of half beschaduwde, open plaatsen op natte, matig voedselrijke tot voedselrijke, zwak zure tot kalkhoudende grond en in matig voedselrijk, zoet of zeer zwak brak water, vaak met een dikke modderlaag (zand, leem, zavel, veen en klei).

Groeiplaatsen In en langs beken, regelmatig geschoonde sloten, verlandende sloten, pas gegraven greppels, plassen, duinplassen, afgesneden rivierarmen, poelen, vertrapte oevers en soms in heidevennen met binnendringende meststoffen, moerassen en moerasbossen.

Verspreiding

Wereld Europa, behalve in de meest noordelijke en de zuidelijke delen. Oostelijk tot in Midden-Azië.

Nederland Inheems. Algemeen.

Vlaanderen Inheems. Vrij algemeen.
Wallonië Inheems. Zeldzaam.

2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl