|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Vingerhoedskruid - Digitalis purpurea
Frysk-Dopkeblom
English-Foxglove
Français-Digitale pourpre
Deutsch-Roter Fingerhut
Synoniemen-Gewoon vingerhoedskruid, Echt vingerhoedskruid
Familie-Plantaginaceae (Weegbreefamilie)
Naamgeving (Etymologie)-De geslachtsnaam kreeg de plant in 1542 van de Duitse botanicus Leonhard Fuchs. Digitalis is afgeleid van het Latijnse digitus (vinger) of digitale (vingerhoed), naar de vorm van de bloemkroon (evenals de Nederlandse naam). Purpurea betekent purperkleurig.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Tweejarig of meerjarig
Plantvorm-Hemikryptofyt.
Hoofdbloei-Mei t/m oktober.
Afmeting-30-180 cm.
|
|
|
|
Wortels
|
|
|
|
Stengels-De rechtopstaande, ronde en holle stengel is niet of alleen aan de voet vertakt. Op de stengel groeien korte, zachte haren.
|
|
|
|
Bladeren-Zeer giftig. De langwerpige bladen zijn gekarteld tot gezaagd, aan de voet wigvormig versmald en van onderen grijsharig. De rozetbladen en de onderste verspreidstaande stengelbladen zijn gesteeld en worden tot ruim 40 cm lang. De bovenste stengelbladen zijn kleiner en niet gesteeld.
|
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De bloemstelen zijn kort zachtharig. De bloemen groeien in de oksels van kleine schutbladen in een naar één kant gekeerde lange tros, bovenaan de bloeistengel. De vele knikkende bloemen zijn 4-5 cm lang, buisvormig of klokvormig, lichtpaars met donkerrode, witgerande vlekken of soms helemaal wit, aan de buitenkant kaal en van binnen gebaard. De kelkbladen van de vijfslippige vergroeide kelk, zijn aan de buitenkant met haren begroeid. Het bovenstandig vruchtbeginsel is tweehokkig.
|
|
|
|
Vruchten en zaden-Een doosvrucht. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.
|
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Licht beschaduwde tot zonnige, iets open plaatsen op vochtige tot droge, matig voedselrijke tot voedselrijke, vrij stikstofrijke, vaak zwak zure, kalkarme grond (zand, leem en stenige grond).
Groeiplaatsen-Open plekken in loofbossen, bergwouden, bosranden, struwelen, houtwallen, brandplekken, stormvlakten, kapvlakten, omgewerkte grond op beschaduwde plaatsen, braakliggende grond, langs spoorwegen, duinen, plantsoenen en tussen straatstenen.
Verspreiding
Wereld-Europa en Noord-Afrika (Marokko).
Nederland-Inheems. Algemeen.
Vlaanderen-Inheems. Algemeen.
Wallonië-Inheems. Algemeen.
Wetenswaardigheden en toepassingen
Van de bloemen vertelde men vroeger dat het zitplaatsen voor vermoeide elfjes waren. De elfjes zouden de bloemen magische krachten hebben gegeven, zodat dieren, vooral vossen, deze als 'handschoenen' konden dragen. Door het dragen van deze handschoenen konden de dieren geluidloos
met elkaar communiceren.
In de Middeleeuwen
werd het kruid door zijn giftigheid, nauwelijks toegepast. Later werd Vingerhoedskruid gebruikt bij hartklachten en als vochtafdrijvend middel. In de plant komt de stof digitaline voor, dat gebruikt wordt om de hartwerking te verbeteren. Gedroogd en tot poeder vermalen blad is, in de juiste dosering, zeer geschikt om stoornissen in de hartslag te verhelpen (maar leidt in te hoge dosis tot hartverlamming). In tal van landen wordt Vingerhoedskruid voor de farmacie verbouwd. Vingerhoedskruid is zo giftig dat zelf
experimenteren erg gevaarlijk is.
Het optreden van witbloemige exemplaren op een vindplaats is een teken dat het om nakomelingen van tuinplanten gaat. Het vrijwel ontbreken van witbloemige planten in het wild wordt toegeschreven aan hun geringere zaadproduktie.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl