Turkse lelie - Lilium martagon

Naamgeving (Etymologie)-Lilium is mogelijk afgeleid van het Keltische li (wit), vanwege de witte kleur van Lilium candidum, volgens anderen komt het van het Griekse leiros (zacht of glad), vanwege de tere bloemen. Martagon betekent kind van Mars.

Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0	Löwe 48 - cc by-sa 3.0
Meneerke bloem - cc by-sa 3.0	Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0

Wortels-Een geelachtige, ongeveer 5 cm lange, eironde bol met vele smalle schubben.

Biologiezentrum der Oberoesterreichischen Landesmuseen - cc by-sa 4.0	biodiversity naturalis - cc0
biodiversity naturalis - cc0	biodiversity naturalis - cc0

Stengels-De stengel is rolrond, naar boven kort ruw behaard ruw en aan de voet en onder de bloeiwijze bijna onbebladerd.

Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0	Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0	Salicyna - cc by-sa 4.0

Bladeren-De middelste bladen zijn kransstandig (meestal vijf- of zestallig), de hogere (deze zijn kleiner) en lagere staan verspreid. Ze zijn omgekeerd eirond-lancetvormig, toegespitst, ongeveer 15 cm lang, kortgesteeld, uitstaand, kortharig gewimperd en met zeven tot elf nerven.

Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0	Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0
Pmau - cc by-sa 4.0	Pmau - cc by-sa 4.0

Bloemen-Tweeslachtig. De geurende bloemen groeien met drie tot tien in een tros. De hangende bloemen zijn paarsroze en paarsbruin gestippeld. De 2,5-3,5 cm lange bloemdekbladen zijn naar buiten gekromd en aan de buitenkant behaard. De meeldraden, met rode helmknopjes, zijn ongeveer half zo lang als de bloemdekbladen. Het vruchtbeginsel is half zo lang als de sterk neergebogen stijl.

Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0	Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0	Björn S... - cc by-sa 2.0

Vruchten en zaden-Eeen scherpkantige vrucht met stijlrest. De eivormige, sterk afgeplatte zaden worden uit de doosvrucht geschud of door de wind verspreid. Eenzaadlobbig.

Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0	Janusz Benislawski - cc by-sa 4.0
Liliane Roubaudi - tela-botanica.org - cc by-sa-2.0 fr	Liliane Roubaudi - tela-botanica.org - cc by-sa-2.0 fr
©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Bodem-Halfbeschaduwde of beschaduwde plaatsen op matig stikstofrijke, vochtige, losse, humeuze, goed doorlatende, voedselrijke, zwak basische en kalkrijke grond (zand, leem en kalkgrond).

Groeiplaatsen-Loofbossen (met name beukenbossen), naaldbossen, bosranden, struwelen en oude buitenplaatsen.