Frysk-Nuete kastanje English-Sweet Chestnut Français-Châtaignier commun Deutsch-Edelkastanie Synoniemen Familie-Fagaceae (Napjesdragersfamilie) Naamgeving (Etymologie)-De herkomst van Castanea is niet duidelijk. Volgens sommigen is het afgeleid van Kastana, een stad in Thessaiië, waar vele mooie kastanje-bomen groeiden. Volgens de mythologie werd de nimf Nea (casta-nea) tegen haar zin door Jupiter bezocht en overweldigd, daarna pleegde ze zelfmoord en werd door Jupiter in een kastanje veranderd. Sativa betekent gekweekt of tam. Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Overblijvend. Plantvorm-Fanerofyt. Hoofdbloei-Juni. Afmeting-15-30 meter.
Wortels-Een diepgaand wortelstelsel. Stam-Een brede kroon. De schors van oudere bomen is bruingrijs met lengtegroeven (scheuren).
Takken-De 0,5 cm grote knoppen zijn groenachtig bruin, eivormig en met twee of drie schubben.
Bladeren-De verspreidstaande en in twee rijen staande, tot 25 cm lange bladeren zijn langwerpig of lancetvormig, iets leerachtig, glanzend donkergroen, enkelvoudig, scherp getand en met een spitse top. De bleekgroene onderkant is eerst behaard, maar wordt kaal. De grootste breedte zit onder het midden.
Bloemen- Eenslachtig. Eenhuizig. De lange, aarvormige, geelgroene tot groenachtige bloeiwijzen staan rechtop in de bladoksels. Mannelijke bloemen met vele witte meeldraden. Vrouwelijke bloemen groeien aan de voet, meestal drie aan drie en de mannelijke bloemen er boven. Ze worden tot 20 cm lang, hebben zes bloembladen, die alleen bovenaan vrij zijn en zes stijve, draadvormige stempels. Tijdens de bloei gaan de bloeiwijzen meer hangen.
Vruchten en zaden-Een eenzadige dopvrucht of noot. Vruchten met één tot drie gladde, glanzende, eetbare noten (tamme kastanjes). Het omhulsel is een groene, langstekelige, openspringende bolster. Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem-Zonnige of licht beschaduwde, warme plaatsen op matig droge tot matig vochtige, voedselarme tot matig voedselrijke, zwak zure grond (zand en leem). Groeiplaatsen-Loofbossen, hellingbossen, bosranden en binnenduinen. Verspreiding Wereld-Oorspronkelijk uit het Middellandse-Zeegebied, het Zwarte-Zeegebied en de Alpen. Sinds de Romeinse tijd ingeburgerd in West- en Midden-Europa. Nederland-Archeofyt. Algemeen. Vlaanderen-Archeofyt. Algemeen. Wallonië-Archeofyt. Vrij algemeen. Toepassingen Tamme kastanjes zijn gepoft prima eetbaar. De Romeinen maakten er een soort pap (pollenta) van. Men droogde de kastanjes langzaam boven een open vuur, waarna ze werden gemalen en met melk gemengd. Kastanjehout wordt evenals eikenhout gebruikt voor lambrizeringen en balken. 2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |