Frysk Blikgers English Annual Meadow-grass Français Pâturin annuel Deutsch Einjähriges Rispengras Synoniemen Eenjarig straatgras Familie Poaceae (Grassenfamilie) Naamgeving (Etymologie) Poa is het Griekse woord voor gras. Annua betekent eenjarig. Uitgebreide beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur Eenjarig, zelden tweejarig. Plantvorm Therofyt. Hoofdbloei Januari t/m december. Afmeting 5-40, meestal niet hoger dan 25 cm.
Wortels Geen ondergrondse of bovengrondse uitlopers (op natte plekken wortelt dit gras soms op de knopen en vormt dan matten). Worteldiepte 10 tot 20 cm.
Stengels Kleine tot vrij grote en dichte pollen vormend. De liggende, opstijgende of rechtopstaande stengels zijn vaak vertakt.
Bladeren De meestal donkergroene bladen zijn vlak, met bovenaan in het midden een gootje. De bladtop is licht bootvormig. De stengelbladen zijn vaak voor een deel plaatselijk gegolfd of dwars gevouwen. De bladschede is gekield. Het tongetje is 0,5-3 (-5) mm lang, wittig en heeft een afgeronde top en een aflopende voet.
Bloemen Tweeslachtig. De dichtbloemige bloempluim is 1-10 cm lang en 1,2-1,6 keer zo lang als breed. De pluim is eenzijdig en/of afgeplat, van de zijkant gezien meestal driehoekig, gewoonlijk open en enigszins onderbroken. De onderste takken van de bloeiwijze staan alleen of met twee bijeen. Vaak wijzen ze iets naar beneden. Het aartje is 4,5 mm lang. De kroonkafjes zijn meestal groen. De lemma's zijn dicht opeen geplaatst. Het tweede lemma is 2,4-3,5 mm lang en tenminste 75% van de lengte overlappend met het eerste lemma. Lemma's, na het drogen, met uitspringende nerven. Het onderste kelkkafje heeft één nerf en is ongeveer 2,2 mm lang, het bovenste heeft drie nerven en is ongeveer 2,8 mm lang. Palea op beide nerven over de hele lengte met vrij lange wimperharen. De helmhokjes zijn 0,6-0,8 (-1,3) mm lang. Vruchten en zaden Een graanvrucht. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Eenzaadlobbig.
Biotoop Bodem Zonnige of licht beschaduwde, open plaatsen (tredplant) op matig droge tot vochtige, voedselrijke tot zeer voedselrijke, zwak zure tot kalkhoudende, vaak bereden of betreden grond (alle grondsoorten en op stenige plaatsen). Ook op licht brakke grond. Groeiplaatsen Sterk betreden en stukgetrapte plekken in grasland, open plaatsen in bermen, wegranden, op en langs paden, wagensporen, tussen straatstenen, muren, op en langs bospaden, kapvlakten, braakliggende grond, omgewerkte grond, tuinen, akkers, droogvallende bodems van rivierlopen en plassen en droge plekken in de duinen met veel konijnenkeutels. Verspreiding Wereld In alle werelddelen, in gebieden met een gematigd en koel klimaat, maar ook in tropische berggebieden en op Antarctische eilanden. Nederland Inheems. Algemeen. Vlaanderen Inheems. Algemeen. 2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |