Frysk-Glopsigge

English-Dotted Sedge

Français-Laîche ponctuée

Deutsch-Punktierte Segge

Synoniemen-Carex pallidior

Familie-Cyperaceae (Cypergrassenfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Zegge komt van het Indogermaanse woord seq (snijden). Carex is zeer waarschijnlijk afgeleid van het Latijnse ceiro (ik snij), een verwijzing naar de scherpe kanten van de bladeren. Punctata betekent gestippeld.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Hemikryptofyt.

Hoofdbloei-Juni en juli.

Afmeting-30-50, maar soms tot 80 cm.

Wortels-Een korte wortelstok.

Stengels-Dichte tot vrij losse polletjes vormend. Steriele spruiten zijn wintergroen. De stijve, recht opgaande of schuin opzij staande stengels zijn stomp driekantig.

Bladeren-De bladschede zijn 1-3 cm lang en rafelen niet. Ze hebben een even lang als breed, 3 mm groot tongetje met eenvliezig aanhangsel. De onderste bladscheden zijn strobruin. De 2-5 mm brede bladeren zijn lichtgroen tot gelig.

Bloemen-Eenslachtig. Eenhuizig. Het onderste schutblad heeft een 1-3 cm lange schede. De schutbladen staan rechtop of ze staan iets af. Ze zijn meestal korter dan de bloeiwijze. De bloeiwijze bestaat uit één mannelijke topaar en twee tot vier meestal rechtopstaande, maar soms hangende vrouwelijke aren, die 1-2,5 cm lang en 5-7 mm breed worden. De bovenste staan dicht opeen, maar het onderste is ver daarvan verwijderd (vaak halverwege de halm). Bloemen met drie stempels. De breed-eivormige kafjes hebben een groene kiel en een vliezige rand.

Vruchten en zaden-De urntjes zijn eivormig en ongeveer 3,5-4 mm lang en 1,5-2 mm breed. Ze zijn glazig-glanzend lichtgroen, gestippeld en toegespitst in de tweetandige, meestal gladde snavel. Meestal hebben ze slechts twee duidelijke nerven. De glanzende, bleekgroene, roodbruin gestippelde vrucht is een 3-4 mm lang nootje. Eenzaadlobbig.

Biotoop

Bodem-Zonnige, iets open plaatsen op vochtige tot vrij natte, matig voedselarme, zoete tot brakke, enigszins basische, kalkhoudende grond (humeus zand).

Groeiplaatsen-Duinvalleien, langs duinpaden, opgespoten duinzand, hoge kwelders en schraal grasland. In Groot-Brittannië vooral op zeekliffen op plaatsen waar kwelwater uit de klifrand sijpelt.

Verspreiding

Wereld-Het Middellandse-Zeegebied, Zuid-Europese gebergten en in de buurt van de West-Europese kusten.

Nederland-Inheems. Zeer zeldzaam.

Vlaanderen-Inheems. Zeer zeldzaam.

Wallonië-Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl