Wilde planten in Nederland en België

Stijve naaldvaren - Polystichum aculeatum

Frysk-Stive triedfear

English-Hard Shield Fern

Français-Polystic à aiguillons

Deutsch-Dorniger Schildfarn

Synoniemen-Polystichum lobatum, Aspidium aculeatum

Familie-Dryopteridaceae (Niervarenfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Polystichum komt van het Griekse polus (veel) en stichos (reeks), hetgeen slaat op de vele rijen vruchthoopjes op de bladen. Aculeatum betekent stekelig.

Kruising-Stijve naaldvaren kan een bastaard vormen met Zachte naaldvaren (Polystichum x bicknellii).

Opmerking-Stijve naaldvaren heeft mogelijk Zachte naaldvaren (Polystichum setiferum) en Lansvaren (Polystichum lonchitis) als voorouders.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Hemikryptofyt.

Rijpe sporen-Juli t/m september.

Afmeting-25-90 cm.


Roland zh - cc by-sa 3.0


MPF - cc by 2.5


Bernd Haynold - cc by-sa 3.0


Michael Clarke Stuff - cc by-sa 2.0

Wortels-De korte, dikke, rechtopstaande wortelstok steekt als een stammetje vrij hoog boven de grond uit.


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


herbariaunited.org


herbariaunited.org


herbariaunited.org

Stengels-De korte bladsteel (tot 1/5 keer zo lang als het blad) is dicht begroeid met brede en daartussen staande kleinere, rood-bruine schubben. De steel heeft vier ronde, peripherische vaatbundels.


Muriel Bendel - cc by-sa 4.0


Muriel Bendel - cc by-sa 4.0


Olivier Pichard - cc by-sa 3.0


Rasbak - cc by-sa 3.0

Bladeren-De wintergroene bladeren groeien rechtop in een trechtervorm. Ze zijn glanzend donkergroen, stijf, leerachtig, langwerpig, zowel boven als naar de voet versmald, dubbel geveerd en naar de top afnemend. De onderste, korte deelblaadjes zijn niet tot op de as ingesneden. De middennerf van het blad draagt schubben.


Omar Pokorni - cc by-nc-sa 3.0 nl


michael clarke stuff - cc by-sa 2.0


MurielBendel - cc by-sa 4.0


MurielBendel - cc by-sa 4.0

Sporen-De kleine sporenhoopjes groeien met vier of vijf in één rij aan beide kanten van de middennerf van een deelblaadje. De sporenhoopjes zijn meestal alleen aanwezig aan de bovenste helft van het blad. Tenslotte vloeien ze vaak samen.


Rasbak - cc by-sa 3.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0

Biotoop

Bodem-Beschaduwde plaatsen op vochtige, vrij voedselarme, maar wel stikstofrijke, humeuze, kalkrijke en meestal stenige grond (zand, mergel en puin).

Groeiplaatsen-Kalkrijke bossen, beschaduwde hellingen, op steile kanten in oude loofbossen (bijv. wanden van diepe greppels), langs holle wegen, soms in naaldbossen en onder dichte struwelen van Duindoorn, beschutte vochtige oude muren (sluismuren) en op steenglooiingen.

Verspreiding

Wereld-Gematigde en warmere gebieden. In Europa voornamelijk in het middelgebergte.

Nederland-Inheems. Zeldzaam.

Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam.

Wallonië-Inheems. Vrij zeldzaam.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl