Frysk-Hûnetonge English-Ribwort Plantain Français-Plantain lancéolé Deutsch-Spitzwegerich Synoniemen Familie-Plantaginaceae (Weegbreefamilie) Naamgeving (Etymologie)-Weegbree komt al in het Oud-Saksisch voor als wegbreda, samengesteld uit weg en breed, dus een plant die breed op de weg groeit. Plantago komt van het Latijnse Planta pedis en betekent voetzool duidend op de gelijkenis van de bladeren met een voetzool. Weegbree werd vanuit Europa door de hele wereld verspreid. De Indianen noemden het de voetstap van de blanke, omdat het overal werd gevonden waar de Europeanen geweest waren. Lanceolata betekent lancetvormig. Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Overblijvend. Plantvorm-Hemikryptofyt. Hoofdbloei-Mei t/m november. Afmeting-10-45, soms tot 80 cm.
Wortels-De wortelstok heeft soms meerdere koppen (één plant heeft dan verscheidene rozetten). Worteldiepte 20 tot 50 cm.
Stengels-De rechtopstaande bloeistengels zijn bladloos.
Bladeren-De gesteelde bladen vormen een wortelrozet. Ze kunnen al dan niet behaard zijn. Ze hebben drie tot zeven nerven en zijn lijnvormig, lijn-lancetvormig tot langwerpig. Ze zijn niet of nauwelijks getand en sterk geribd. Ze kunnen opgericht staan, maar ook plat op de grond liggen. De opvallende, min of meer parallel lopende nerven. lopen door in de versmalde bladsteel. De hoofdnerven zijn doorschijnend. Er zijn geen dwarsnerven. De bladrand is gaaf.
Bloemen-Tweeslachtig. De schutbladen zijn meestal droogvliezig, eirond, toegespitst en kaal. De groen-bruinachtige bloemen vormen een korte, eivormige of cylindrische aar die op een geribde (duidelijk gegroefde), vijfkantige steel staat. De aar kan 4-5 cm lang worden, maar ook korter en boller van vorm zijn. De bloemen zijn viertallig en doorschijnend. De slippen zijn spits, bruinig en 2-4 mm lang. De lange, lichtgele (geelachtig witte) meeldraden hebben witte helmknoppen. Er zijn vier kelkslippen, maar het lijken er drie, doordat de beide voorste vergroeid zijn.
Vruchten en zaden-Een doosvrucht met twee of drie zaden. De zaden zijn kortlevend (1-5 jaar). Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem-Zonnige, open tot grazige plaatsen op droge tot vochtige, voedselarme tot matig voedselrijke, zwak zure tot kalkhoudende grond (vrijwel alle grondsoorten). Groeiplaatsen-Dijken, dijkbeschoeiingen, bermen, licht bemest grasland, hooiland, weiland (o.a. zinkweiden), grazige duinvalleien, waterkanten, omgewerkte en braakliggende grond, akkers, plantsoenen, ruderale plaatsen en tussen straatstenen of stoeptegels. Verspreiding Wereld-Oorspronkelijk uit Europa en West-Azië. Nederland-Inheems. Algemeen.
Vlaanderen-Inheems. Algemeen. Wallonië-Inheems. Algemeen. 2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |