Frysk-Knopige fetmier English-Knotted Pearlwort Français-Sagine noueuse Deutsch-Knotiges Mastkraut Synoniemen-Spergula nodosa, Krielparnassia, Knopige vetmuur Familie-Caryophyllaceae (Anjerfamilie) Naamgeving (Etymologie)-Sagina betekent meststof. De planten werden meer als mest dan als voedsel gebruikt. Volgens anderen komt sagina echter van saginare (vetmesten). Mogelijk i.v.m het voeren van vee, bijv. ganzen, die werden gevoerd (vetgemest) met sagina. Nodosa betekent knopig. Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Overblijvend. Plantvorm-Hemikryptofyt. Hoofdbloei-Juli t/m september. Afmeting-5-25 cm.
Wortels-Eén centraal wortelstelseltje.
Stengels-Polvormend. De stengels liggen stervormig uitgespreid, met weinige, uit één punt ontspruitende, opstijgende takken en met bundeltjes kleine bladen in de bladoksels, waarmee de plant zichzelf kan stekken.
Bladeren-De blaadjes zijn kort stekelpuntig. De middelste en bovenste blaadjes groeien in de oksels in een bundeltje bij elkaar. De bovenste blaadjes zijn veel korter dan de onderste.
Bloemen-Tweeslachtig. De dunne, rechtopstaande bloemstelen worden tot 1 cm lang. De witte, 0,5-1 cm grote bloemen zijn meestal vijftallig (maar soms meer). De kroonbladen zijn tenminste twee keer zo lang als de kelkbladen. De meeldraden groeien in één of in twee kransen van vijf.
Vruchten en zaden-De doosvrucht is bijna rond en vijfkleppig. De donkerbruine, eivormige zaden zijn ongeveer 0,5 mm. De zaden zijn kortlevend (1-5 jaar). Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem-Zonnige, open plaatsen (pionier) op vochtige of vrij natte, matig voedselarme, niet of weinig bemeste, kalkrijke en soms iets brakke grond (zand, aangevoerd duinzand, leem, laagveen, trilveen en steenachtige plaatsen). Groeiplaatsen-Duinvalleien, van de zee afgesnoerde strandvlakten achter de duinen, soms in duingrasland, aan de randen van schorren of kwelders, trilveen, mosrijke niet te dichte moerasvegetatie in beekdalen, op muren aan het water, zoals sluismuren, op in het water liggende balken, zandplaten, veenweiden, open plekken in blauwgrasland, langs lemige heidepaadjes, met schelprijk zand opgespoten grond en tussen steenblokken van zeedijken (basaltglooiingen). Verspreiding Wereld-Koude en gematigde streken op het noordelijk halfrond. Het meest in de buurt van de zeekust. Nederland-Inheems. Vrij zeldzaam.
Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam. Wallonië-Inheems. Zeer zeldzaam. 2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |