Frysk Roggeleelje English Orange Lily en Fire Lily Français Lis orangé en Lis bulbifère Deutsch Feuerlilie en Wiesen-Feuer-Lilie Synoniemen Oranjelelie Familie Liliaceae (Leliefamilie) Naamgeving (Etymologie) Lilium is mogelijk afgeleid van het Keltische li (wit), vanwege de witte kleur van Lilium candidum, volgens anderen komt het van het Griekse leiros (zacht of glad), vanwege de tere bloemen. Bulbiferum betekent bolletjes of knolletjes dragend en croceum saffraanachtig. Ondersoorten We onderscheiden twee ondersoorten. Lilium bulbiferum subsp. croceum (Roggelelie) en Lilium bulbiferum subsp. bulbiferum (Oranjelelie). Oranjelelie
Roggelelie Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur Overblijvend. Plantvorm Geofyt. Hoofdbloei Juni en juli. Afmeting 30-90 cm.
Wortels De bol is eivormig en wordt tot 5 cm breed, met ondergrondse broedbolletjes. De bol heeft vele witte, dakpansgewijs liggende en niet dicht aaneensluitende bolschubben.
Stengels De groene, rechtopstaande stengels zijn fors en bebladerd.
Bladeren De verspreidstaande bladen zijn heldergroen, langwerpig tot eirond en met drie tot zeven nerven. Ze hebben een behaarde rand. Er zitten vrijwel altijd geen broedbolletjes in de bladoksels.
Bloemen Tweeslachtig. De rechtopstaande bloemen staan met één tot vijf bij elkaar in een schermvormige tros aan de stengeltop. Ze zijn oranje tot oranjerood met donkere vlekjes, klokvormig en 8-10 cm. De bloemdekbladen zijn 4-6 cm lang. De helmknoppen zijn oranje tot roodbruin.
Vruchten en zaden Een scherpkantige doosvrucht. Vruchten worden in onze omgeving echter maar zelden gevormd. Voortplanting gebeurt hier voornamelijk door bolletjes die onder de grond worden gevormd. Lilium bulbiferum subsp. bulbiferum heeft knolletjes (broedbolletjes) in de bladoksels. Eenzaadlobbig.
Biotoop Bodem Zonnige of half beschaduwde plaatsen op matig vochtige, matig voedselarme tot voedselrijke, goed doorlatende, zwak zure, kalkarme, maar soms kalkhoudende grond (zand, löss en stenige plaatsen). Groeiplaatsen Roggeakkers, akkerranden, open plekken in bossen, bosranden, struwelen, kreupelhout, ruigten, rivierduinen en rotsachtige berghellingen. Verspreiding Wereld Roggelelie. Een groot deel van Europa, hoofdzakelijk in gebergten, maar in het noorden van Duitsland en in het oosten van Nederland ook in de laagvlakte. Nederland Roggelelie. Ingeburgerd in de 19de eeuw. Zeer zeldzaam.
Vlaanderen Roggelelie. Niet ingeburgerd. Verdwenen. In 1970 gevonden bij Turnhout. Wallonië Roggelelie. Mogelijk inheems. Zeer zeldzaam op de Sint Pietersberg (Lanaye). 2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |