Pitrus - Juncus effusus

Frysk Ruske pit

English Soft Rush

Français Jonc diffus

Deutsch Flatter-Binse

Synoniemen

Familie Juncaceae (Russenfamilie)

Naamgeving (Etymologie) Juncus komt van het Latijnse jungere (verbinden), omdat soorten van dit geslacht werden gebruikt als bind- en vlechtmateriaal. Effusus betekent uitgespreid of los.

Kruising De bastaard van Biezenknoppen en Pitrus (Juncus x kern-reichgeltii) is min of meer intermediair tussen de ouders. Volgens sommige auteurs zijn deze planten weinig of niet vruchtbaar, maar volgens anderen zijn ze juist wel vruchtbaar en vormen zij hybridezwermen.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur Overblijvend.

Plantvorm Hemikryptofyt.

Hoofdbloei Juni t/m augustus (drie tot vier weken later dan Biezenknoppen).

Afmeting 20-100, soms tot 140 cm.


Pavel Kacl - cc by-nc 4.0


Rasbak - cc by-sa 3.0


Tsungam - cc by-sa 4.0


Christian Fischer - cc by-sa 3.0

Wortels Een korte, gedrongen wortelstok.


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0

Stengels Dichte en vaak grote pollen vormend. De rechtopstaande, rolronde, glanzende stengels zijn heldergroen, glad en gevuld met compact merg. Na het drogen met meestal 40-70 fijne strepen.


kuleuven-kulak.be/bioweb


kuleuven-kulak.be/bioweb


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


Willie Riemsma - cc by-nc-sa 3.0 nl

Bladeren De wortelstandige schedeachtige bladeren zijn roodbruin tot zwartbruin en hebben meestal geen bladschijf.


Forest and Kim Starr - cc by 3.0


Forest and Kim Starr - cc by 3.0


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


Barbara L. Wilson - cc by-nc 4.0

Bloemen Tweeslachtig. De schede van het stengelachtige schutblad van de bloeiwijze heeft sterk ingerolde randen en is vrij smal (meestal even breed als de stengel). Het schutblad knakt niet snel. De trosvormige bloeiwijze komt zijdelings uit de stengel. Het heeft een lang priem- of naaldvormig, rechtopstaand schutblad. De bloeiwijze is meestal los, maar ook wel ineengedrongen. Meestal zijn er per bloem drie meeldraden en zes bruine bloemdekbladen. Het vruchtbeginsel is bovenstandig met een stijl en drie stempels.


kuleuven-kulak.be/bioweb


kuleuven-kulak.be/bioweb


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl


Fredlyfish4 - cc by-sa 4.0

Vruchten en zaden Een doosvrucht. De zes bloemdekbladen steken een eindje boven de doosvrucht uit. De vruchten zijn glanzend bruin tot groenig. Aan de top zit een indeuking of afplatting, waarin de rest van de stijl zit (dus niet op een kleine ophoging). De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Eenzaadlobbig.


Ivar Leidus - cc by-sa 3.0


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem Zonnige of licht beschaduwde plaatsen op natte, matig voedselrijke tot voedselrijke, zwak zure, kalkarme, meestal verstoorde grond. Ook in zwak brak milieu (het meest op zand, leem en veen).

Groeiplaatsen Langs greppels en pas gegraven vijvers, veenmosrietland, tijdelijk overstroomd grasland, bermen, langs heidevennen die bemest zijn door kapmeeuwen, op en langs heidepaden, ruigten, afgravingen, langs bospaden, broekbossen, bronbossen, beekbossen, humusrijke hellingbossen, kapvlakten, plantsoenen, tuinen, tussen straatstenen en andere verhardingen, karrensporen en duinvalleien.

Verspreiding

Wereld In alle werelddelen, in gematigde streken en in een deel van de tropen. Het meest in gebieden die niet te ver van zee liggen.

Nederland Inheems. Algemeen.

Vlaanderen Inheems. Algemeen.
Wallonië Inheems. Algemeen.

2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl