Wilde planten in Nederland en België

Oeverkruid - Littorella uniflora

Frysk-Wettersturtsje

English-Shoreweed

Français-Littorelle des lacs

Deutsch-Strandling

Synoniemen-Littorella americana, Plantago uniflora

Familie-Plantaginaceae (Weegbreefamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Littorella is afgeleid van het Latijnse litus (oever of strand). Uniflora betekent eenbloemig.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Hydrofyt.

Hoofdbloei-Juni t/m augustus.

Afmeting-2-15 cm.


© Bert Verbuggen - verspreidingsatlas.nl


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl


© Jelle Hofstra - verspreidingsatlas.nl


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl

Wortels


Kristian Peters - cc by-sa 3.0


Florent Beck - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Florent Beck - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Liliane Roubaudi - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr

Stengels-Oeverkruid heeft tot 15 cm lange uitlopers en vormt vaak dichte matjes.


© Bert Verbuggen - verspreidingsatlas.nl


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


Christophe Girod - cc by-sa 2.0 fr


Adrie van Heerden - verspreidingsatlas.nl

Bladeren-De op doorsnede ronde tot elliptische bladen vormen dichte rozetten. Ze zijn lijnvormig en aan de top priemvormig. Naar de voet worden ze gootvormig en gaan daar over in een veel bredere bladschede. Ze zijn kaal tot zwak behaard. Er zijn geen luchtkanalen. Grote ondergedoken bladen hebben wel luchtholten.


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


Piet Bremer - cc by-nc-sa 3.0 nl


Vincent Videlot - cc by-sa 2.0 fr


© Jelle Hofstra - verspreidingsatlas.nl

Bloemen-Eenslachtig. Eenhuizig. De bloeiwijzen groeiten in de oksels van sommige bladen. De bloemen zijn strokleurig. Er is één lang gesteelde mannelijke of soms tweeslachtige bloem, met aan beide kanten twee zittende vrouwelijke bloemen. De mannelijke bloemen zijn meestal viertallig of soms drietallig, hebben een buisvormige kroon en schuin omhoog staande, witachtige slippen. Verder hebben ze lange, rechtopstaande helmdraden met beige helmknoppen. De bloemsteel heeft omstreeks het midden één steelblaadje of soms twee, maar dan met twee mannelijke bloemen. De vrouwelijke bloemen hebben meestal een driedelige kelk, een urnvormige, onregelmatig twee- tot viertandige kroon en een 1-2 cm lange, witte stijl.


© Joop Verburg - verspreidingsatlas.nl


© Joop Verburg - verspreidingsatlas.nl


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl


© Bert Verbuggen - verspreidingsatlas.nl

Vruchten en zaden-De dopvrucht bevat een 2,5 cm lang, eenzadig nootje. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.


Sylvain Piry - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Sylvain Piry - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Sylvain Piry - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige, open plaatsen (pioniervegetatie) op natte, droogvallende, voedselarme, zwak zure zandgrond, met weinig tot geen organisch materiaal en in ondiep, voedselarm, zwak zuur, helder water. Ook in zwak brak milieu.

Groeiplaatsen-Droogvallende oevers, bodems van heidevennen, bodems van duinmeertjes en weinig begroeide hoogstens 's zomers droogliggende duinvalleien.

Verspreiding

Wereld-West-, Noord- en Midden-Europa en op de Azoren. De noordgrens ligt ongeveer bij de poolcirkel. Ook in Noord-Amerika.

Nederland-Inheems. Vrij zeldzaam.

Vlaanderen-Inheems. Zeer zeldzaam.

Wallonië-Inheems. Zeer zeldzaam.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl