Wilde planten in Nederland en België

Muskuskaasjeskruid - Malva moschata

Frysk-Sinteklaasblom

English-Musk-mallow

Français-Mauve musquée

Deutsch-Moschus-Malve

Synoniemen

Familie-Malvaceae (Kaasjeskruidfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Kaasjeskruid heeft te maken met de vruchten, die wel op een kaasje lijken. Malva komt van het Griekse malacos (zacht), omdat de Malva's een verzachtend slijm bevatten. Moschata betekent met muskusgeur.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Hemikryptofyt.

Hoofdbloei-Juli t/m september.

Afmeting-30-70 cm.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Hans Toetenel - cc by-nc-sa 3.0 nl


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Wortels-Een penwortel met bijwortels.


s.idigbio.org - cc by-nc 3.0


plantdata.bio.cmich.edu - cc by-nc 3.0


bisque.cyverse.org - cc by-nc 3.0


herbariaunited.org

Stengels-De rechtopstaande, holle stengels zijn bovenaan voornamelijk begroeid met afstaande enkelvoudige haren.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl


kuleuven-kulak.be/bioweb


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Bladeren-De verspreidstaande, bladen zijn eveneens begroeid met enkelvoudige haren. Ze zijn rondachtig en diep vijf- tot zevendelig handvormig (tot meer dan 2/3 deel van het blad). De onderste zijn minder sterk ingesneden. De slippen van de bovenste bladen zijn smal.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


kuleuven-kulak.be/bioweb


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Bloemen-Tweeslachtig. De bloemen staan afzonderlijk in de bladoksels. De bovenste bloemen zijn vaak hoofdjesachtig gerangschikt. Ze zijn lichtroze of soms wit en geuren zwak naar muskus. De vijf hartvormige, uitgerande kroonbladen zijn 2-4 cm, met donkerder gekleurde strepen. Ze zijn aan de voet vergroeid met de meeldraadzuil. Er zijn vijf kelkbladen. De drie bijkelkblaadjes zijn lijnvormig tot langwerpig, kaal of zwak behaard, 3-5 mm en aan de voet met de kelk vergroeid. Het vruchtbeginsel is bovenstandig.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Vruchten en zaden-Een splitvrucht. Op de gladde deelvruchtjes groeien lange witte haren. Ze zijn niet gegroefd. Tweezaadlobbig.


kuleuven-kulak.be/bioweb


Dominique Remaud - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Dominique Remaud - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Dominique Remaud - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige of licht beschaduwde, vaak iets open plaatsen op droge tot matig vochtige, voedselrijke, grazige grond (zand, leem, zavel, klei en soms op stenige plaatsen).

Groeiplaatsen-Bermen, grasland, heggen, spoorbermen, spoorwegterreinen, ruderale plaatsen, braakliggende grond, duinen en ruigten. Vaak in de buurt van bebouwing.

Verspreiding

Wereld-Europa en Noordwest-Afrika.

Nederland-Inheems. Algemeen.

Vlaanderen-Inheems. Vrij algemeen.

Wallonië-Inheems. Vrij algemeen.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl