Frysk-Sompesâltgers English-Marsh Arrowgrass Français-Troscart des marais Deutsch-Sumpf-Dreizack Synoniemen-Triglochin palustre Familie-Juncaginaceae (Zoutgrasfamilie) Naamgeving (Etymologie)-Triglochin komt van het Griekse tria (drie) en glochis (spits), de vrucht van is van onderen driekantig. Palustris betekent het moeras bewonend. Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Overblijvend. Plantvorm-Hemikryptofyt of helofyt. Hoofdbloei-Mei t/m september. Afmeting-15-60 cm.
Wortels-Een geschubde, nauwelijks opgezwollen, ongeveer 10 cm lange, verticale wortelstok met lange, dunne uitlopers. Vaak zijn er ook uitlopers, die aan de top tot een bolletje opzwellen (een soort winterknoppen) en die het volgende jaar uitlopen.
Stengels-Een onbehaarde plant. De stengel is dun (weinig meer dan 1 mm dik) en veel langer dan de bladen. De voet van de stengels en de bladbundels staan meestal verticaal en niet scheef. De bloemstelen zijn korter dan de vrucht.
Bladeren-De grasachtige bladen zijn diep gegroefd, tot 30 cm lang en 2 mm breed, hebben een kort, tweetoppig tongetje, vormen een wortelrozet en staan in twee rijen.
Bloemen-Tweeslachtig. De bloemen vormen losbloemige aren zonder schutbladen en meestal met een topbloem. De tros is na de bloei verlengd. De bloemen zijn 2-3 mm. Er is geen bloemdek. Elke bloem heeft drie stempels en zes meeldraden.
Vruchten en zaden-Een splitvrucht. De vruchten zijn lijnvormig, knotsvormig, 0,6-1 cm lang en 1-1½ mm breed en aan de voet versmald. Na het opengaan zijn ze smal pijlvormig. Ze bevatten drie deelvruchtjes en springen met drie kleppen open. De vruchttros is verlengd, smal en ijl en de vruchtstelen staan rechtop en zijn korter dan de vrucht. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem-Zonnige, meestal enigszins verstoorde plaatsen op natte, matig voedselrijke of voedselrijke, weinig of niet bemeste tot vrij sterk bemeste, al of niet kalkhoudende grond. Ook op brakke grond (veen, klei, leem, zavel en zand). Groeiplaatsen-Zilt grasland, grasland, bermen, langs kreken, kanalen, sloten en greppels, beweide uitgetrapte oevers, jong trilveen, veenmoerassen, beekdalmoerassen, in slenken in bronveen, langs drinkpoelen in laag duingrasland, open plekjes in duinvalleien, langs duinpaden, door duinen omsloten en zelden door de zee bereikte strandvlakten, hoge schorren of kwelders, recent bedijkte kwelders en heidemoerasjes. Verspreiding Wereld-Gematigde en koudere streken op het noordelijk halfrond. Nederland-Inheems. Vrij algemeen.
Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam. Wallonië-Inheems. Zeer zeldzaam. 2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |