Wilde planten in Nederland en België

Moerasvergeet-mij-nietje en Weidevergeet-mij-nietje - Myosotis scorpioides

Frysk-Sompeferjit-my-net

English-Water Forget-me-not

Français-Myosotis des marais et Myosotis à poils réfractés

Deutsch-Sumpf-Vergißmeinnicht und Hain-Vergißmeinnicht

Synoniemen-Myosotis palustris, Myosotis nemorosa

Familie-Boraginaceae (Ruwbladigenfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Over de Nederlandse naam kunt u meer lezen bij Akkervergeet-mij-nietje. Myosotis komt van het Griekse Myos en betekent muis en het Griekse Otis (oortjes). De zachte beharing van de bloem en de vorm lijken enigszins op een muizenoor. Scorpioides betekent schorpioenachtig. Volgens de tekenleer was de plant een effectief middel tegen de beet van een schorpioen, dankzij de vorm van de knoppen, die omkrullen en dan lijken op een schorpioenstaart.

Ondersoorten-Moerasvergeet-mij-nietje (Myosotis scorpioides subsp. scorpioides) en Weidevergeet-mij-nietje (Myosotis scorpioides subsp. nemorosa). Elders soms als aparte soort (Myosotis nemorosa).

Weidevergeet-mij-nietje


Willem-Jan Emsens - cc by-nc-nd 4.0


Jan Haverkamp - cc by-nc-nd 4.0


Niels Eimers - waarneming.nl


Niels Eimers - waarneming.nl

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Hemikryptofyt of helofyt.

Hoofdbloei-Mei t/m augustus.

Afmeting-Moerasvergeet-mij-nietje-15-45, zelden tot 100 cm.
Weidevergeet-mij-nietje-15-50 cm.


© Bert Verbuggen - verspreidingsatlas.nl


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


kuleuven-kulak.be/bioweb


kuleuven-kulak.be/bioweb

Wortels-Een kruipende wortelstok of penwortel.


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0

Stengels-Met bovengrondse uitlopers. De rechtopstaande tot opstijgende stengels zijn rolrond tot meestal wat kantig. Ze zijn kaal of met stevig aangedrukte of afstaande haren (de stengelvoet is meestal afstaand behaard). Vaak zijn er noal wat stengels zonder bloeiwijzen. De stengels zijn rolrond tot stompkantig en in het onderste deel met afstaande en aangedrukte naar de top gerichte haren of kaal wordend.
Weidevergeet-mij-nietje-De stengels zijn scherpkantig en in het onderste deel bezet met teruggeslagen haren.


Hans Toetenel - cc by-nc-sa 3.0 nl


kuleuven-kulak.be/bioweb


Cor Nonhof - cc by-nc-sa 3.0 nl


kuleuven-kulak.be/bioweb

Bladeren-De verspreidstaande, zittende bladeren zijn langwerpig. Ze hebben een gave rand. De onderste bladen hebben aan de onderkant naar de top wijzende haren. De stengelbladen lopen af langs de stengel (in lijsten). De onderste bladen heben aan de onderkant naar de bladtop wijzende haren.
Weidevergeet-mij-nietje-De onderste bladen hebben aan de onderkant naar de bladvoet wijzende haren.


kuleuven-kulak.be/bioweb


kuleuven-kulak.be/bioweb


kuleuven-kulak.be/bioweb


kuleuven-kulak.be/bioweb

Bloemen-Tweeslachtig De bloeiwijze met ten hoogste één schutblad. De vlakke bloemen zijn hemelsblauw, maar soms roze of wit. De bloemgrootte varieert. Ze zijn tussen de 0,4-1 cm . De vijf vergroeide kroonbladen zijn iets uitgerand. De kroonslippen bedekken elkaar voor de helft van hun hoogte. De gele keelschubben vormen een ring. De kelk heeft korte slanke tanden en alleen rechte haren. De 1,6-2,8 mm lange stijl van de pas uitgebloeide bloem is even lang of meestal langer dan de kelkbuis. De vijf meeldraden zijn op de rechte kroonbuis ingeplant. Na de bloei staat de bloemsteel af of kromt zich naar onderen. Het bovenstandig vruchtbeginsel is vierdelig.


© Bert Verbuggen - verspreidingsatlas.nl


© Bert Verbuggen - verspreidingsatlas.nl


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


kuleuven-kulak.be/bioweb

Vruchten en zaden-Een splitvrucht. De kelk is bekervormig, tot ongeveer twee-vijfde ingesneden en heeft driehoekige slippen. De nootjes zijn donkerbruin tot zwart. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig.


© Bert Verbuggen - verspreidingsatlas.nl


© Bert Verbuggen - verspreidingsatlas.nl


Olivier Pichard - cc by-sa 3.0


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige of licht beschaduwde plaatsen op natte, voedselrijke (langs stromend water ook op voedselarmere) grond (zand, leem, zavel, veen en klei).

Groeiplaatsen-Nat grasland, rietland, biezenvelden, drijftillen, aanspoelselgordels, moerasbossen, grienden, grazige ruigten, zoetwatergetijdengebied en duinvalleien.
Moerasvergeet-mij-nietje-Natte voedselrijke grond in lichte moerasbossen, grienden, oevers, drassig grasland, duinvalleien en rietland.
Weidevergeet-mij-nietje-Vochtige of natte beekdalgraslanden.

Verspreiding

Wereld-Oorspronkelijk uit gematigde en koelere streken in Europa en Azië.

Moerasvergeet-mij-nietje-Europa en Azië.

Weidevergeet-mij-nietje-Voornamelijk in West-Europa.

Myosotis nemorosa

Nederland-Inheems. Algemeen.

Weidevergeet-mij-nietje-Inheems. Zeer zeldzaam.

Vlaanderen-Inheems. Algemeen.

Weidevergeet-mij-nietje-Inheems. Zeldzaam.

Wallonië-Inheems. Algemeen.

Weidevergeet-mij-nietje-Inheems. Zeldzaam.

Wetenswaardigheden

In een legende wandelde een jonge Germaanse ridder met zijn geliefde langs een rivier. Hij wilde enige Moerasvergeet-mij-nietjes plukken, maar gleed uit. Hij kon nog net de geplukte bloempjes met de kreet 'vergiss mein nicht!' naar zijn aanstaande werpen, voordat het water hem meesleurde. Na de slag bij Waterloo, vertelde men dat de slagvelden bezaaid waren met deze bloemetjes, die elk een gevallene voorstelden. Sinds de Middeleeuwen geldt het Vergeet-mij-nietje als het symbool van liefde en trouwe nagedachtenis.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl