Moerasmelkdistel - Sonchus palustris

Frysk Sompetiksel

English Marsh Sow-thistle

Français Laiteron des marais

Deutsch Sumpf-Gänsedistel

Synoniemen

Familie Asteraceae (Composietenfamilie)

Naamgeving (Etymologie) Sonchus komt van het Griekse somphos dat hol of zacht betekent, waarschijnlijk vanwege de broze, holle stengel. Palustris betekent het moeras bewonend.

Uitgebreide beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur Overblijvend.

Plantvorm Hemikryptofyt.

Hoofdbloei Juli t/m september.

Afmeting 90-300 cm.


Adrie van Heerden - verspreidingsatlas.nl


Hans Toetenel - cc by-nc-sa 3.0 nl


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl


Hugues Tinguy - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr

Wortels Een min of meer verticaal staande, raapvormige wortelstok van ongeveer 10 cm lang en 5 cm dik. Aan de wortelstok groeien dikke wortels.


Moscow University Herbarium - cc by 4.0


Moscow University Herbarium - cc by 4.0


Moscow University Herbarium - cc by 4.0


Moscow University Herbarium - cc by 4.0

Stengels De blauwachtig lichtgroene stengels zijn hol met tussenschotten, die telkens op een andere plaats zijn doorboord. Ze zijn geribd, min of meer vierkantig, behaard en alleen in de bloeiwijze vertakt.


Hans Toetenel - cc by-nc-sa 3.0 nl


Hermann Schachner - cc0


Christian Fischer - cc by-sa 3.0


Marine Liétout - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr

Bladeren De onderste bladen zijn langwerpig, diep veervormig gedeeld met een lange, smalle eindlob en aan beide kanten één tot drie smal driehoekige zijslippen. De bovenste zijn langwerpig en niet gedeeld. Alle bladen zijn grijsgroen en hebben een pijlvormig geoorde voet met spitse, iets afstaande oortjes.


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl


Christian Fischer - cc by-sa 3.0


Dominique Remaud - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr

Bloemen Tweeslachtig. De bloemen vormen een samengesteld scherm van vele bloemhoofdjes. De lichtgele hoofdjes zijn 2,8-4 cm groot. Het omwindsel en de bloeiassen zijn begroeid met vele zwarte (zelden iets gelige) klierharen.


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl


Hugues Tinguy - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Dominique Remaud - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Hermann Schachner - cc0

Vruchten en zaden Een eenzadige dopvrucht of nootje. De strokleurige, ongeveer 4 mm lange nootjes hebben sterk verdikte, zwak dwars geribbelde lengteribben. Tussen de ribben zijn ze glad. Tweezaadlobbig.


Dominique Remaud - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Hermann Schachner - cc0


Kenraiz - gfdl


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem Zonnige plaatsen op natte, voedselrijke, kalkhoudende, zoete tot zwak brakke grond (veen, klei en stenige plaatsen). De plant verdraagt tijdelijke overstroming.

Groeiplaatsen Rietland, langs greppels, oeverruigten, aan de voet van basaltglooiingen, natte ruigten, grasland en spoorbermen.

Verspreiding

Wereld Gematigde streken in West- en Midden-Azië en Zuid- en Midden- en West-Europa. In omringende landen gaat de soort sterk achteruit.

Nederland Inheems. Vrij algemeen.

Vlaanderen Inheems. Vrij algemeen.
Wallonië Inheems. Zeer zeldzaam.

2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl