Wilde planten in Nederland en België

Mattenbies - Schoenoplectus lacustris
Fransje - Schoenoplectus lacustris subsp. flevensis

Frysk-Popel

English-Common Club-rush

Français Jonc des chaisiers

Deutsch-Teichbinse

Synoniemen-Scirpus lacustris subsp. lacustris, Schoenoplectus x flevensis

Familie-Cyperaceae (Cypergrassenfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Schoenoplectus is afgeleid van het Griekse schoinos (bies). Lacustris betekent aan of in meren en vijvers groeiend.

Ondersoort-Fransje (Schoenoplectus lacustris subsp. flevensis) is een vruchtbare tussenvorm van Mattenbies en Ruwe bies.

Kruising-Bastaardbies of Groene bastaardbies (Schoenoplectus x carinatus) is de kruising van Mattenbies en Driekantige bies.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Helofyt.

Hoofdbloei-Juni t/m augustus (-herfst)
Fransje-Juni t/m augustus.

Afmeting-75-350 cm.
Fransje-50-150 cm.


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


Bernd Haynold - cc by 2.5


JoachimG - cc by-sa 3.0

Wortels-De wortelstok is eerst wit, maar wordt later geel- tot roodbruin. Het is een harde, maar brosse wortelstok, die zowel onder de aftakkingspunten als daartussen is beworteld.
Fransje-De wortelstok is vrij hard en taai en wordt later geel- of roodbruin.


Panek - gfdl


hasbrouck.asu.edu - cc0-1.0


herbariaunited.org


herbariaunited.org

Stengels-De rechtopstaande, meestal rolronde stengels zijn glad, gevuld met merg en kunnen tot meer dan 3 meter lang worden. Aan de voet zijn ze niet knotsvormig verdikt. Meestal zijn ze licht- of donkergroen, maar soms blauw- of grijsgroen. In het onderste deel groeien minstens twee bladen.
Fransje-De blauw- of grijsgroene stengels zijn aan de voet niet knotsvormig verdikt.


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


Show_ryu - Public Domain


AnRo0002 - cc0


kuleuven-kulak.be/bioweb

Bladeren-De twee tot twaalf bladeren zijn wortelstandig. De gootvormige tot vrij vlakke bladeren worden zelden langer dan 20 cm en worden tot ruim een ½ cm breed. De scheden rafelen tot vezels uit elkaar. In stilstaand en stromend water tot 3 meter diepte kan zich een watervorm ontwikkelen met tweerijige, lintvormige, 25 cm tot 2 meter lange en 1½-9 mm brede bladeren.
Fransje-Voor en tijdens de bloei zijn er één of twee bladeren met een duidelijke bladschijf. De bladscheden gaan later vezelen.


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


Augustin Roche - cc by-sa 2.0 fr

Bloemen-Tweeslachtig. De bloeiwijze is vaak vrij los en bevat tot 6 cm lange, vertakte assen. De aren zijn roodbruin, langwerpig tot langwerpig-eivormig en bevatten veel bloemen. Ze zijn ongeveer 1 cm lang en drie keer zo lang als breed. De meestal bruine kafjes aan de top hebben twee min of meer afgeronde lobben met daartussen een duidelijke insnijding, waar de middennerf als een naaldje uitkomt. Ze zijn glad of alleen op de middennerf wrattig (rode wratjes). Er zijn drie meeldraden. Een stijl met drie, zelden met twee stempels. Het vruchtbeginsel is bovenstandig.
Fransje-De bloeiwijze is meestal vrij los met tot 6 cm lange, vertakte assen. De aren zijn roodbruin, langwerpig tot langwerpig-eivormig met veel bloemen. Op de bruine kafjes zie je op de middennerf (de onderste ook vlakbij de middennerf) rode wratjes. Er zijn twee of drie stempels per bloem. Het helmbindsel is meestal korter gebaard dan bij Mattenbies.


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


Bernd Haynold - cc by 2.5


Radio Tonreg - cc by 2.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Vruchten en zaden-De nootjes zijn stomp driekantig en worden 2½-3 mm lang. Eenzaadlobbig.
Fransje-Het nootje is driekantig of platbol en ongeveer 2,5 mm lang.


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl


Liliane Roubaudi - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Jean-Claude Bouzat - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige plaatsen in ondiep, voedselrijk, zoet of soms zwak brak, zwak zuur, stilstaand tot langzaam stromend water met een bodem van laagveen, klei, zand of stenige grond.
Fransje-Zonnige plaatsen in ondiep, voedselrijk, zoet, stilstaand tot langzaam stromend water.

Groeiplaatsen-In en langs plassen, rivieren, afgesneden rivierarmen, kanalen, wielen, meren en vijvers, aan de voet van stenen dijken en kribben, in zoetwatergetijdengebieden en modderige delen in polderboezemland.
Fransje-Waterkanten.

Verspreiding

Wereld-Zuidwest- en Midden-Azië, Noord-Afrika en bijna heel Europa.
Fransje-Waarschijnlijk alleen in Nederland.

Nederland-Inheems. Algemeen.

Fransje-Zeer zeldzaam of verdwenen. Vroeger of misschien nog langs het IJsselmeer, bij het Keteldiep, bij Vollenhove en in Fryslân.

Vlaanderen-Inheems. Vrij algemeen.
Fransje-Niet in Vlaanderen.

Wallonië-Inheems. Vrij zeldzaam.
Fransje-Niet in Wallonië.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl