Frysk English Malling Toadflax Français Linaire à feuilles d'origan Deutsch Zwerglöwenmäulchen Synoniemen Chaenorrhinum origanifolium Familie Plantaginaceae (Weegbreefamilie) Naamgeving (Etymologie) Chaenorhinum is een samenstelling van Oudgrieks chainein (openen) en rhis (snuit), naar de vorm van de bloem. Origanifolium is samenstelling van origanum (marjolein) en folium (blad), naar de vorm van de bladeren. Uitgebreide beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur Overblijvend of soms tweejarig. Plantvorm Hemikryptofyt. Hoofdbloei Juni t/m november. Afmeting 5-30 cm.
Wortels
Stengels De liggende tot opstijgende stengels zijn meestal vertakt en bezet met klierachtige haren.
Bladeren De onderste bladen zijn elliptisch. De hogere bladen zijn lancetvormig, tegenoverstaand en met stompe of spitse top. De bladeren worden tot 2,2 cm lang.
Bloemen Tweeslachtig. De schutblaadjes zijn elliptisch. De bloeiwijze is een ijle, eindstandige tros. De bloemkroon wordt 8-15 (-20) mm lang (inclusief spoor). Deze is blauwachtig paars met een bleekgeel gehemelte, min of meer buisvormig, met een korte spoor en twee bloemlippen. De bovenste lip is tweelobbig en de onderste drielobbig. Het gehemelte sluit de buis niet volledig af. De kelk wordt tot 8 mm lang en is diep verdeeld in vijf ongelijke, spatelvormige lobben. Er zijn vier meeldraden en een bovenstandig vruchtbeginsel.
Vruchten en zaden Een bolvormige doosvrucht. Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem Zonnige, warme plaatsen op droge, kalkrijke, stenige of zandige grond. Groeiplaatsen Oude kalkrijke muren, tussen straatstenen, kalkrotsen, duinen, puinhellingen en kalkgrasland (op een hoogte van 500 tot 2500 m.) Verspreiding Wereld Oorspronkelijk uit het westelijk Middellandse-Zeegebied. Nederland Ingeburgerd tussen 1975 en 1999. Zeldzaam. Voor het eerst gevonden in 1990.. Vlaanderen Niet ingeburgerd. Zeldzaam. Toepassingen Vaak toegepast in rotstuinen (ook als bodembedekker) en als muurbegroeiing. 2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |