Wilde planten in Nederland en België

Lievevrouwebedstro - Galium odoratum

Frysk-Frouwebêdstrie

English-Sweetscented Bedstraw

Français-Aspérule odorante

Deutsch-Waldmeister

Synoniemen-Asperula odorata, Galium matrisilva

Familie-Rubiaceae (Sterbladigenfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-De plant is gewijd aan Maria en de naam bedstro is ontstaan omdat het als strooikruid in de slaapkamers werd gebruikt en dat het bij ziekte boven het bed werd opgehangen. Galium komt van het Griekse gala (melk). Vroeger werden deze planten gebruikt om melk te stremmen (kaasbereiding). Odoratum betekent zeer welriekend.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Hemikryptofyt.

Hoofdbloei-April t/m juni.

Afmeting-15-30 cm.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Wortels-Ondiep wortelend.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Stengels-De gladde stengels zijn vrijwel kaal. Ze staan rechtop, zijn vierkantig en hebben aan elke knoop een ring haren. Lievevrouwebedstro vormt zoden.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Bladeren-De (6-) 8-15 mm brede bladen zijn meestal wintergroen. Ze zijn langwerpig en staan onder aan de stengel in kransen van zes en hogerop in kransen van acht. Aan de onderkant aan de rand en op de middennerf zitten stekelhaartjes, die wijzen naar de bladtop. De bladen geuren als ze verwelken.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Bloemen-Tweeslachtig. De bloeiwijze is losbloemig en schermachtig. De bloemen zijn wit, 4-7 mm groot en vierspletig. Ze zijn trechtervormig, tot de helft gespleten en verspreiden een duidelijke geur.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Vruchten en zaden-De splitvruchten (dopvruchten) zijn 2-3 mm, met haakvormige, aan de top zwartgekleurde haren. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig.


kuleuven-kulak.be/bioweb


Giorgio Faggi - cc by-nc-nd 4.0


Yoan Martin - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Beschaduwde plaatsen op vochtige, voedselarme tot matig voedselrijke, neutrale tot kalkrijke, humeuze grond met een goed verterende humuslaag (leem, löss en mergel).

Groeiplaatsen-Loofbossen (met name beukenbossen), hellingbossen, landgoedbossen en struwelen.

Verspreiding

Wereld-Oorspronkelijk uit Europa, Noord-Afrika (Atlasgebergte) en Klein-Azië.

Nederland-Inheems. Vrij algemeen.

Vlaanderen-Inheems. Vrij zeldzaam.

Wallonië-Inheems. Vrij algemeen.

Toepassingen

Behalve als sierplant en bodembedekker wordt de plant ook gebruikt voor het aromatiseren van meiwijn. Lievevrouwebedstro werd vroeger gebruikt op de feestdag van Sint-Barnabas voor het maken van slingers, die in de kerk en het woonhuis werden opgehangen. Ook werd er de vloer mee bestrooid en in linnenkasten gelegd. Vroeger werd dit kruid opgedragen aan Freya, de Godin van de natuur en de liefde. Later werd het bedstro aan Maria gewijd en in 1543 noemde Fuchs het in zijn Neu Kreuterbuch voor het eerst Onser Vrouwe Bedstroo.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl