Wilde planten in Nederland en België

Knolcyperus - Cyperus esculentus

Frysk-Knolsipergers

English-Edible Cyperus

Français-Souchet comestible

Deutsch-Erdmandel

Synoniemen

Familie-Cyperaceae (Cypergrassenfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Cyperus komt van het Hebreeuwse woord kopher (hars) of van kyperos (een plant met een geurige wortel). De worstelstok van sommige Cyperus planten ruikt namelijk geurig en werd in de parfumerie gebruikt. Maar volgens sommige anderen is Cyperus afgeleid van het Griekse cypeiros, dat op zijn beurt weer is afgeleid van Cypris (Venus), om de geslachtsdrift verwekkende eigenschappen. Esculentus betekent eetbaar.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Geofyt.

Hoofdbloei-Juli t/m oktober.

Afmeting-30-80 cm.


Vorzinek - cc by-sa 3.0


sshamin01 - cc by-nc 4.0


awtum - cc by-nc 4.0


Alison Young - cc by-nc 4.0

Wortels-Ver kruipende, dunne wortelstokken, die eindigen in beschubde, weinig of niet bewortelde, sappige knolletjes (0,5-2 cm).


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


Enrico Romani - cc by-nc-nd 4.0


SB Johnny - cc by-sa 3.0


Auckland Museum - cc by 4.0

Stengels-De stengels zijn scherp driekantig.


Blahedo - cc by-sa 2.5


Pat Desnos - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


David Hoare - cc by-nc 4.0


mbkeane - cc by-nc 4.0

Bladeren-De glanzende, 0,4-1 cm brede bladen zijn plotseling versmald in een gootvormige top.


SB Johnny - cc by-sa 3.0


Jacques Maréchal - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Hugues Tinguy - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Stephen Thorpe - cc by 4.0

Bloemen-Tweeslachtig. De deelbloeiwijzen zijn niet zeer dicht. Bloemen met drie meeldraden. De kafjes (2-3 mm) zijn strobruin tot geelbruin, soms rood generfd.


Enrico Romani - cc by-nc-nd 4.0


Hugues Tinguy - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


David Mercier - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Hugues Tinguy - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr

Vruchten en zaden-Een eenzadige dopvrucht of nootje. Zeer zelden zaad vormend. Eenzaadlobbig.


D. Walters & C. Southwick - idtools.org


idtools.org


idtools.org


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige, warme, open plaatsen op droge tot vochtige, voedselrijke, vaak bewerkte grond (zand).

Groeiplaatsen-Maisakkers, soms in aardappelakkers (of andere knolgewassen) en droogvallende rivieroevers.

Verspreiding

Wereld-In alle werelddelen. Oorspronkelijk alleen in warmere streken, maar de laatste tijd steeds meer in gematigde gebieden.

Nederland-Ingeburgerd tussen 1950 en 1974. Zeldzaam. Voor het eerst gevonden omstreeks 1974.

Vlaanderen-Ingeburgerd. Zeldzaam. Omstreeks 1980 werd de soort vanuit Nederland ingevoerd (samen met gladiolenknolletjes).

Wallonië-Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam.

Toepassingen

De knolletjes kunnen worden gegeten. De smaak doet denken aan hazelnoten of amandelen. In tropische en subtropische gebieden wordt een cultuurvorm, Chufa of Aardamandel, als voedingsgewas verbouwd. Deze bloeit zelden en heeft kortere wortelstokken dan de in het wild groeiende Knolcyperus. De knollen worden tot drie centimeter lang. Ze zijn olie- en suikerrijk en vorstgevoelig. Ze worden onder meer geroosterd gegeten. In Spanje wordt er een melkwitte, niet-alcoholische drank uit bereid met de naam horchata. Knolcyperus is een zeer lastig te bestrijden onkruid in akkers.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl