Wilde planten in Nederland en België

Klein wintergroen - Pyrola minor

Frysk-Lytse pearelblom

English-Common Wintergreen

Français-Petite pyrole

Deutsch-Kleines Wintergrün

Synoniemen-Pirola minor

Familie-Ericaceae (Heifamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Pyrola is het verkleinwoord van het Latijnse pyrus (peer) en slaat op de overeenkomst in vorm en glans van de bladen met die van de peer. Minor betekent kleiner.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Hemikryptofyt.

Hoofdbloei-Mei t/m augustus.

Afmeting-5-20 cm.


© Otto Zijlstra - verspreidingsatlas.nl


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl


Bartosz Cuber - cc by-sa 3.0


Jerzy Opiola - cc by-sa 3.0

Wortels-Met worteluitlopers.


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0

Stengels-Een rechtopstaande bloeistengel.


Tjerk Nawijn - cc by-nc-sa 3.0 nl


BerndH - cc by-sa 3.0


Bernd Haynold - cc by-sa 2.5


Kristian Peters - cc by-sa 3.0

Bladeren-De bladsteel is meestal korter dan de bladschijf. De bladen zijn iets lichter van kleur, doffer en dunner dan die van Rond wintergroen. Vaak zijn ze ook iets roodachtig. Verder zijn ze niet leerachtig, rondachtig tot eirond, gekarteld en hebben ze een vlakke tot zwak gegolfde rand.


© Wijnand van Buuren - verspreidingsatlas.nl


Jerzy Opiola - cc by-sa 3.0


Rosser1954 - cc by-sa 4.0


Jan Stubenitzky - cc by-sa 3.0

Bloemen-Tweeslachtig. De schutbladen zijn langwerpig tot lijnvormig en zijn hoogstens halfstengelomvattend. De 5-7 mm grote, overhangende bloemen zijn bleekroze tot vrijwel wit. Later worden ze iets oranjeachtig. Ze zijn bolvormig, vaak vrijwel gesloten en ze gaan nooit wijd open. De kelkslippen zijn driehoekig-eirond en zitten tegen de kroon aangedrukt. De stijl is recht en steekt niet buiten de kroon uit. Ook is de stijl niet verdikt en heeft vijf stervormig uitgespreide stempellobben.


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl


Benjamin Zwittnig - cc by 2.5 si


Bartosz Cuber - cc by-sa 3.0


Jan Stubenitzky - cc by-sa 3.0

Vruchten en zaden-Een doosvrucht, die met vijf kleppen openspringt en met daarin zeer kleine zaadjes. De zaadjes hebben een opgeblazen fijnmazig netzakje om de kiem en worden door de wind verspreid. Tweezaadlobbig.


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


Bartosz Cuber - cc by-sa 3.0


Kruczy89 - cc by-sa 3.0


Kristian Peters - cc by-sa 3.0


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Licht beschaduwde plaatsen op droge tot vochtige, voedselarme, zwak zure tot zure, kalkarme of soms iets kalkhoudende grond (zand, leem, veen en stenige plaatsen).

Groeiplaatsen-Loofbossen, naaldbossen, langs bospaden, bosranden, heide, rotsrichels, duinvalleien, leemkuilen en mijnsteenbergen.

Verspreiding

Wereld-Koele en gematigde delen op het noordelijk halfrond. Het meest in Noord- en Midden-Europa.

Nederland-Inheems. Zeldzaam.

Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam.

Wallonië-Inheems. Zeldzaam.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl