Wilde planten in Nederland en België

Klein warkruid - Cuscuta epithymum

Frysk-Lytse wynsels

English-Clover dodder

Français-Petite cuscute

Deutsch-Quendelseide

Synoniemen-Duivelsnaaigaren

Familie-Convolvulaceae (Windefamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Cuscuta komt van het Griekse kassutoo (herstellen). Dit zou er op slaan, dat de plant verschillende planten onderling verbond. Epithymum betekent op tijm groeiend.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Eenjarig.

Plantvorm-Therofyt.

Hoofdbloei-Juni t/m september.

Afmeting-30-60 cm.


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


Frank Vincentz - cc by-sa 3.0


Nanosanchez - Public Domain

Wortels-Zuigworteltjes, waarmee de plant voedingsstoffen uit de gastheerplant haalt.


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0

Stengels en bladeren. De vaak rode of paarsachtige stengels zijn draaddun, sterk vertakt en in elkaar verward. De blaadjes zijn gereduceerd tot kleine rode schubjes op de stengels.


Nanosanchez - Public Domain


Retama - cc by-sa 3.0


Meneerke bloem - cc by-sa 3.0


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0

Bloemen-Tweeslachtig. De bloemen vormen dichtbloemige, ronde kluwens. Ze zijn buis-klokvormig, rozewit, vijftallig en 3-4 mm. Ze verspreiden een duidelijke geur. Ze hebben afstaande, eironde slippen. De langwerpige kroonslippen zijn toegespitst, tongvormig en regelmatig gewimperd. Ze liggen tegen het vruchtbeginsel aan. In net geopende bloemen zijn de twee stijlen en de draadvormige stempels langer dan het vruchtbeginsel en steken dan uit de kroon. De kroonbuis is even lang als of iets langer dan de slippen. De kelkslippen zijn eirond, spits of toegespitst.


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl


Joke Schaminée-Sluis - verspreidingsatlas.nl


© Edwin de Weerd - verspreidingsatlas.nl


Jerzy Opiola - cc by-sa 4.0

Vruchten en zaden-De doosvruchten zijn bolvormig, soms iets afgeplat en ongeveer 2 mm groot. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.


Lazaregagnidze - cc by-sa 3.0


Julia Scher - bugwood.org - cc by-sa 3.0


Steve Hurst - USDA - NRCS PLANTS Database


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige, open plaatsen op droge, voedselarme, kalkarme tot kalkhoudende zandgrond. Deze stengelparasiet woekert het meest op Struikhei (vooral op jonge heide en gemaaide of afgebrande heide), maar ook wel op Gaspeldoorn en klavers, soms ook op Dophei en Brem en op kalkhoudende grond vooral op Geel walstro, Grote tijm en Gewone rolklaver.

Groeiplaatsen-Plagplekken in heide, heide die opnieuw uitloopt na brand, laagblijvend grasland, kalkhellingrasland, duinvalleien en heidekwekerijen.

Verspreiding

Wereld-Oorspronkelijk uit gematigde en warmere streken in Europa en West-Azië en in Noordwest-Afrika.

Nederland-Inheems. Zeldzaam.

Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam.

Wallonië-Inheems. Zeer zeldzaam.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl