Frysk-Leppeltsje English-Shepherd's Cress Français-Téesdalie à tige nue Deutsch-Bauernsenf Synoniemen Familie-Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie) Naamgeving (Etymologie)-Teesdalia is genoemd naar Robert Teesdale, een Engelse botanicus (1740-1804). Nudicaulis betekent naaktstengelig. Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Eenjarig. Plantvorm-Therofyt. Hoofdbloei-April t/m juni, soms weer in augustus en september. Afmeting-3-20 cm.
Wortels
Stengels-De rechtopstaande stengels zijn hol, glad, kaal en niet of nauwelijks bebladerd.
Bladeren-De meestal kale rozetbladen zijn liervormig, veerspletig tot veerdelig en met een stompe eindslip. Zelden zijn ze ongedeeld. Ze versmallen in de steel.
Bloemen-Tweeslachtig. De 2-3 mm grote, witte bloemen vormen losbloemige trossen. De vier kroonbladen zijn ongelijk van grootte (twee zijn langer dan de andere twee), niet ingesneden. De buitenste zijn tot 1,5 mm lang en de binnenste tot 1 mm. De bloemen hebben vier kelkbladen, zes meeldraden, een bovenstandig vruchtbeginsel en een zeer korte stijl met stempel.
Vruchten en zaden-De afgeplatte, eivormige hauwtjes zijn smal gevleugeld. Ze zijn 3-4 mm lang, met een meestal uitgerande top en met rechtafstaande steeltjes. De stijl (snavel) is zeer kort. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem-Zonnige, open plaatsen (pionier) op droge, voedselarme, zure, kalkarme zandgrond, maar soms ook op leem, veen, klei en grind. Groeiplaatsen-Duinen, oude kleidijken, graanakkers, min of meer open plaatsen in heide, stuifzand dat vermengd is met enig organisch materiaal, open plekjes in grasland en bermen, steile randjes, langs greppels, spoordijken en zandgroeven. Verspreiding Wereld-Oorspronkelijk uit West-Europa en in het noordelijke deel van Midden-Europa. Nederland-Inheems. Vrij algemeen.
Vlaanderen-Inheems. Vrij algemeen. Wallonië-Inheems. Zeer zeldzaam. 2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |