Wilde planten in Nederland en België

Klein robertskruid - Geranium purpureum

Frysk-Lytse sweltsjeblom

English-Little Robin

Français-Geranium pourpre

Deutsch-Purpur-Storchschnabel

Synoniemen-Purperen ooievaarsbek, Geranium robertianum subsp. purpureum

Familie-Geraniaceae (Ooievaarsbekfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Volgens sommigen komt de Nederlandse naam van de Franse abt Sint-Robert, die in de elfde eeuw de cisterciënzer kloosterorde stichtte. Volgens anderen is de naam afgeleid van herba rubea (rood kruid). Geranium komt van het Griekse geranios (kraanvogel), omdat de vrucht enigszins lijkt op de snavel van een kraanvogel. Purpureum betekent purperkleurig.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Eenjarig.

Plantvorm-Therofyt.

Hoofdbloei-Mei t/m september.

Afmeting-10-40 cm.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Stefan.lefnaer - cc by-sa 3.0


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0

Wortels


herbariaunited.org


herbariaunited.org


herbariaunited.org


herbariaunited.org

Stengels-De roodachtige stengels staan rechtop of liggen op de grond.


Willemien Troelstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Franz Xaver - cc by-sa 3.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0

Bladeren-De bladen lijken veel op die van Robertskruid, maar zijn minder rood aangelopen. De langblijvende, wortelstandige bladen hebben een korte steel en vormen een dicht rozet.


Krzysztof Ziarnek - cc by-sa 4.0


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl


Franz Xaver - cc by-sa 3.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0

Bloemen-Tweeslachtig. De bloemen zijn kleiner dan die van Robertskruid. Ze zijn 0,7-1,4 mm. De donkerroze, 5-9 mm lange kroonbladen zijn weinig langer dan de kelk. De kroonbladern hebben geen witte nerven en zijn aan de top afgerond en gaaf. De overgang van de plaat in de nagel is zeer geleidelijk. De kelkbladen zijn eerst groen, maar later rood aangelopen. Alle haren zijn ongeveer even lang (zelden langer dan 1 mm). De helmhokjes en het stuifmeel zijn geel.


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


Stefan Lefnaer - cc by-sa 4.0


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


Stefan Lefnaer - cc by-sa 4.0

Vruchten en zaden-Een kluisvrucht. De deelvruchtjes hebben bij de voet van de snavel meestal drie of vier dwarsribben. Tweezaadlobbig.


© Grada Menting - verspreidingsatlas.nl


Stefan.lefnaer - cc by-sa 3.0


Stefan.lefnaer - cc by-sa 3.0


Stefan.lefnaer - cc by-sa 3.0


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Meestal licht beschaduwde, open plaatsen op droge, matig voedselrijke, vaak kalkhoudende zandgrond of op stenige plaatsen.

Groeiplaatsen-Rotsachtige plaatsen, heggen, struwelen en langs spoorwegen.

Verspreiding

Wereld-Oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied.

Nederland-Ingeburgerd tussen 1950 en 1974. Zeldzaam.

Vlaanderen-Ingeburgerd. Vrij algemeen ingeburgerd. Voor het eerst gevonden in 1994.

Wallonië-Ingeburgerd. Vrij algemeen.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl