Frysk Wylde time English Wild Thyme Français Thym serpolet Deutsch Feldthymian Synoniemen Wilde tijm Familie Lamiaceae (Lipbloemenfamilie) Naamgeving (Etymologie) Thymus kan afgeleid zijn van het Griekse thuo (parfumeren), vanwege de geur, thyo (offeren), omdat het kruid als een soort wierook gebruikt werd in tempels, van thymos (kracht) of van thumos (passie). Serpyllum is de oude naam voor tijm en betekent kruiper. Uitgebreide beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur Overblijvend. Plantvorm Chamaefyt. Hoofdbloei Juni t/m september. Afmeting 2-15 cm.
Wortels Stengels Dichte zoden vormend. De lange, kruipende niet bloeiende stengels hebben stompe kanten. Ze zijn rondom behaard en wortelen op de knopen. De bloeistengels zijn opstijgend.
Bladeren De nauwelijks gesteelde blaadjes zijn elliptisch tot lijnvormig. Ze zijn 1-3 mm breed (smaller dan die bij de andere twee soorten tijm). Aan de rand ziten vaak lange, witte en vaak kronkelige wimperharen. De blaadjes hebben aan de onderkant niet of onduidelijke verdikte nerven. Het bovenste paar nerven vervaagt naar de top en vormt geen randnerf. Van boven zijn ze kaal.
Bloemen Tweeslachtig. De bloemen groeien in bolvormige hoofdjes. Ze zijn paars of roze en 3-7 mm. De bovenste kelktanden zijn ongeveer even lang als breed. De bovenste drie kelktanden zijn breed driehoekig. De onderste twee zijn smal langwerpig.
Vruchten en zaden Een splitvrucht. Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem Zonnige, open plaatsen op droge, voedselarme, zwak zure, kalkarme zandgrond. Groeiplaatsen Struweelranden, duinen, grazige heiderandjes, ijl grasland, bermen van zandwegen en langs de Maas op zandheuveltjes. Verspreiding Wereld Oorspronkelijk uit Europa. Nederland Inheems. Zeldzaam. Vlaanderen Inheems. Zeer zeldzaam. 2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |