Frysk Lytse rút English Lesser Meadow-rue Français Petit pigamon Deutsch Kleine Wiesenraute Synoniemen Familie Ranunculaceae (Ranonkelfamilie) Naamgeving (Etymologie) Thalictrum is waarschijnlijk afgeleid van het Grieks thallein (groen worden) en ictar (snel), naar de snelle groei van de soorten. Minus betekent kleiner. Opmerking Een variabele soort, die vaak wordt verdeeld in ondersoorten. Uitgebreide beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur Overblijvend. Plantvorm Hemikryptofyt. Hoofdbloei Juni en juli. Afmeting 30-120 cm.
Wortels Een wortelstok. Stengels De blauwgroene stengels staan rechtop en zijn kaal, geribd en vertakt.
Bladeren De bladen zijn in omtrek even lang als breed. Ze zijn drie of vier keer in drieën gevorkt met kleine eironde drielobbige slippen, een duidelijke bladsteel en een wijde (niet steunbladachtige) bladschede.
Bloemen Tweeslachtig. De gelige bloemen hangen voorover. Ze vormen grote, wijd vertakte, losse pluimen (de bloemen staan in verhouding vrij ver uit elkaar). De vier zeer smalle bloemdekbladen zijn groenachtig. Ook de meeldraden hangen.
Vruchten en zaden Een eenzadige dopvrucht of nootje. De vruchten staan rechtop. De rijpe vruchten wijken uiteen, zijn niet gesteeld en zwak geribd. Ze bevatten drie tot vijftien nootjes. Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem Zonnige of meestal licht beschaduwde plaatsen op droge, humushoudende, vrij voedselarme, zwak zure of meestal basische, kalkhoudende grond (zand en stenige plaatsen). Groeiplaatsen Duinhellingen, binnenduinbossen, duinstruwelen, duingrasland, duinvalleien, rivierduinen, rivierdijken, rotsachtige plaatsen, soms langs beekoevers, lichte bossen, bosranden en kalkrijke heggen. Verspreiding Wereld Gematigde en koele streken in Europa, Azië en Afrika. Nederland Inheems. Zeldzaam. Vlaanderen Inheems. Zeldzaam. 2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |