Wilde planten in Nederland en België

Kleine klaver - Trifolium dubium

Frysk-Stienklaver

English-Lesser trefoil

Français-Trèfle douteux

Deutsch-Kleiner Klee

Synoniemen

Familie-Fabaceae (Vlinderbloemenfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Klaver komt mogelijk van een Indogermaanse grondvorm glei (smeren), naar het kleverige vocht van de bloemen. Trifolium komt van het Latijnsche tri (drie) en folium (blad). De bladen zijn drietallig. Dubium betekent twijfelachtig of onzeker.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Eenjarig.

Plantvorm-Therofyt.

Hoofdbloei-Mei t/m september.

Afmeting-5-30 cm.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Hans Toetenel - cc by-nc-sa 3.0 nl


Rasbak - cc by-sa 3.0


Petr1888 - cc by-sa 4.0

Wortels-Met wortelknolletjes.


Dean Wm. Taylor- cc by 2.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


herbariaunited.org


herbariaunited.org

Stengels-De liggende tot rechtopstaande, ronde stengels zijn vertakt en verspreid behaard.


Dr. Marco Iocchi - cc by-sa 3.0


AnRo0002 - cc0


kuleuven-kulak.be/bioweb


Emmanuel Stratmains - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr

Bladeren-De verspreidstaande bladen zijn drietallig, kort gesteeld en hebben langwerpig omgekeerd eironde deelblaadjes met een afgeronde tot iets hartvormige top. De twee zijdelingse deelblaadjes zijn vrijwel zittend, maar het middelste heeft gewoonlijk een steeltje van 1-2 mm. De eerstgevormde bladen hebben een zittend topblaadje. De beide steunblaadjes zijn langwerpig-eirond. Aan de top zijn ze plotseling toegespitst en aan de voet zijn ze met de bladsteel vergroeid.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Kenraiz - cc by-sa 3.0


kuleuven-kulak.be/bioweb

Bloemen-Tweeslachtig. De bloeiwijzen (hoofdjes) groeien vanuit de bladoksels en ze bevatten drie tot twintig (zelden tot vijentwintig) bloemen. Ze zijn 6-9 mm en staan op stevige, weinig of niet gebogen stelen. De afzonderlijke bloemen hebben een heel kort steeltje (minder dan 1 mm lang en korter dan de kelkbuis). De matgele bloemen zijn 3-3½ mm, maar na de bloei worden ze strobruin. De vlag is zwak geplooid en duidelijk langer dan de andere kroonbladen. Het vruchtbeginsel is bovenstandig met een stijl en stempel. Na de bloei zijn de bloemen schuin teruggeslagen en daardoor kegelvormig.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


TeunSpaans - cc by-sa 3.0


Aiwok - cc by-sa 3.0

Vruchten en zaden-Een doosvrucht. De peulen zijn eivormig en bevatten meestal maar één zaadje. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.


Catherine Mahyeux - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Dominique Remaud - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Dominique Remaud - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige, open plaatsen op droge tot vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, weinig bemeste, zwak zure tot kalkhoudende grond (zand, leem, zavel en klei).

Groeiplaatsen-Laagblijvend grasland, weiland, gazons, hooiweiden, bermen, langs schelpenpaadjes, betreden of beweide duinterreinen, dijken en leemgroeven.

Verspreiding

Wereld-Oorspronkelijk uit Europa en Zuidwest-Azië.

Nederland-Inheems. Algemeen.

Vlaanderen-Inheems. Algemeen.

Wallonië-Inheems. Algemeen.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl