Frysk-Lytse kaarde English-Small Teasel Français-Cardère velue Deutsch-Behaarte Karde Synoniemen-Cephalaria pilosa, Kleine kaardebol Familie-Caprifoliaceae (Kamperfoeliefamilie) Naamgeving (Etymologie)-Dipsacus komt van het Griekse dipsao (ik heb dorst), hetgeen slaat op het verzamelen van regenwater in de bekkens, die door de stengelbladen gevormd worden. Pilosus betekent harig of behaard. Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Tweejarig of meerjarig. Plantvorm-Hemikryptofyt. Hoofdbloei-Juli en augustus. Afmeting-60-120 cm, maar soms tot 250 cm.
Wortels
Stengels-De rechtopstaande stengels zijn begroeid met stugge, stekende borstelharen en vaak zijn ze wat bossig vertakt. De stengel en vertakkingen eindigen in bloemhoofdjes.
Bladeren-De rozetbladen hebben een lange steel. Ze zijn eirond, staan schuin omhoog gericht, zijn behaard en hebben een gave rand. De tegenoverstaande stengelbladen zijn gesteeld en aan de voet niet vergroeid. Wel hebben ze daar vaak twee oortjes. De onderste stengelbladen zijn eirond of elliptisch en niet gedeeld. De bovenste zijn driedelig met grote eindslip en kleine zijslippen. De bladranden en de middennerf aan de bladonderkant zijn gestekeld.
Bloemen-Tweeslachtig. De bloemhoofdjes zijn bolvormig, geelwit of roomwit en 1½-2½ cm groot. Ze staan aan het einde van de stengels en vertakkingen. Voor de bloei knikken de bloemen. De bloei begint halverwege het hoofdje en breidt zich dan naar beneden en naar de top toe uit. De schutbladen en stroschubben zijn ongeveer even lang als de bloemen. De omwindselblaadjes zijn behaard (niet gestekeld). Een afzonderlijke bloem is viertallig en min of meer trechtervormig. Ze bevatten vier meeldraden. De helmknoppen zijn donkerpaars. Het vruchtbeginsel is onderstandig.
Vruchten en zaden-Een eenzadige dopvrucht of nootje. Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem-Half beschaduwde of licht beschaduwde, min of meer open plaatsen op vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, kalkhoudende, humeuze grond (leem en stenige plaatsen). Groeiplaatsen-Open plekken in loofbossen, beek- of rivierbeleidende bossen, populierenaanplantingen, bosranden, struwelen, kapvlakten, langs beken, langs spoorwegen, kalkgroeven en steile hellingen. Verspreiding Wereld-Oorspronkelijk uit Zuidwest-Azië en West- en Midden-Europa. Nederland-Inheems. Vrij zeldzaam.
Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam. Wallonië-Vrij zeldzaam. 2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |