Frysk English-Squinancy wort Français-Aspérule de l'esquinancie Deutsch-Hügel-Meier Synoniemen Familie-Rubiaceae (Sterbladigenfamilie) Naamgeving (Etymologie)-Asperula is het verkleinwoord van het Latijnse asper en betekent ruw. Cynanchica is afgeleid van het Griekse kyon (hond) en ancho (wurgen). Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Overblijvend. Plantvorm-Hemikryptofyt. Hoofdbloei-Juni en juli, maar soms t/m september. Afmeting-5-30 cm.
Wortels Stengels-De groene of grijsachtige stengels zijn tenger, min of meer liggend tot opstijgend, niet behaard en sterk vertakt.
Bladeren-De blaadjes zijn smal langwerpig tot lijnvormig. Meestal zitten ze in kransen van vier. De bladeren hebben maar één nerf en ook nog een stekelpuntje.
Bloemen-Tweeslachtig. De bloeiwijze bevat maar weinig bloemen. Ze vormen bijschermen, die veel langer zijn dan de niet-gewimperde schutbladen. De 2-3½ mm grote bloemkroon is trechtervormig, heeft vier spleten en is meestal roze of bleekpaars en aan de binnenkant witachtig.
Vruchten en zaden-De splitvruchten zijn korrelig ruw. Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem-Zonnige, grazige plaatsen op droge, voedselarme tot matig voedselrijke, kalkrijke zandgrond. Groeiplaatsen-Duinen, kalkgrasland, bosranden en wegranden. Verspreiding Wereld-Oorspronkelijk uit Zuid-, West- en Midden-Europa tot in Midden-Azië. Nederland-Oorspronkelijk inheems. Verdwenen. Voor het laatst gevonden in 1842 bij Zwolle.
Vlaanderen-Inheems. Zeer zeldzaam. Wallonië-Inheems. Zeldzaam. 2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |