IJle zegge - Carex remota


Klik op een afbeelding om te vergroten.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

In het kort.

  • IJle zegge of Carex remota is een soort uit de Cypergrassenfamilie (Cyperaceae ) .
  • Het is een overblijvende, dichte pollen vormende, meestal 30-60 cm hoge zegge.
  • De kale bloeistengels zijn dun, stomp driekantig, vrij slap en hangen vaak over.
  • De lichtgroene, lijnvormige en slappe bladen zijn hoogstens 2 mm breed en geleidelijk toegespitst.
  • IJle zegge bloeit in mei en juni.
  • Een 10-20 cm lange bloeiwijze met vijf tot tien zittende aren die 5-8 mm lang zijn. Aan de voet groeien enkele mannelijke bloemen, hogerop staan de vrouwelijke.
  • IJle zegge groeit op beschaduwde plaatsen op vochtige, voedselrijke grond.
  • Je kunt de plant o.a. vinden in natte loofbossen en aan beschaduwde slootkanten
  • IJle zegge komt oorspronkelijk uit de Kaukasus, Noord-Iran, Syrië, Noordwest-Afrika en Europa (m.u.v. het noorden).
  • In Nederland is deze zegge vrij algemeen, in België algemeen.

Uitgebreide beschrijving

Frysk Slappe sigge

English Remote Sedge

Français Laîche espacée

Deutsch Winkel-Segge

Synoniemen Wijdarige zegge

Familie Cyperaceae (Cypergrassenfamilie)

Naamgeving (Etymologie) Zegge stamt uit het Indogermaanse woord seq (snijden). Carex is zeer waarschijnlijk afgeleid van het Latijnse ceiro (ik snij), een verwijzing naar de scherpe kanten van de bladeren. Remota betekent verwijderd.

Kruisingen Carex x boenninghausiana is de hybride van IJle zegge en Pluimzegge. Carx x pseudoaxillaris is de kruising met Valse voszegge en Carex x arthuriana is de bastaard van IJle zegge en Zompzegge.

Levensduur Overblijvend.

Plantvorm Hemikryptofyt.

Hoofdbloei Mei en juni.

Afmeting 30-60 cm, maar soms tot 100 cm.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Franz Xaver - cc by-sa 3.0


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl

Wortels


herbariaunited.org


herbariaunited.org


herbariaunited.org


herbariaunited.org

Stengels Dichte pollen vormend. De onbehaarde bloeistengels zijn dun, stomp driekantig, vrij slap en hangen vaak over (de stengels liggen vaak uitgespreid). De stengels zijn alleen onder de aren ruw of ze zijn helemaal glad. Ze zijn langer dan de wortelstandige bladen. De stengel is tot aan de bloeiwijze bebladerd.


joerg_ewald - cc by-nc 4.0


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Bladeren De lichtgroene, lijnvormige (zeer smalle) en slappe bladen zijn hoogstens 2 mm breed en geleidelijk toegespitst. Ze zijn min of meer ruw en hebben een tamelijk ruime schede. De onderste bladscheden zijn lichtgroen tot roodbruin, met roodbruine nerven. Ze rafelen niet of alleen de onderste rafelen soms.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


stammp - cc by-nc 4.0


Grzegorz Grzejszczak - cc by-nc 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Bloemen Eenslachtig. Eenhuizig. Het schutblad van de onderste aar is bladachtig en langer dan de bloeiwijze. De bovenste hebben kafjessachtige schutbladen. De 10-20 cm lange bloeiwijze heeft (vijf) zes tot tien zittende aren die 5-8 mm lang zijn. De onderste aartjes zijn alleenstaand en staan ver uiteen (4 tot 7 cm). Naar boven toe zitten ze steeds dichter bij elkaar. De aren zijn langwerpig-eivormig. Aan de voet zie je enkele mannelijke bloemen en hogerop staan de vrouwelijke. Vrouwelijke bloemen met een bovenstandig vruchtbeginsel en twee stempels en mannelijke bloemen met drie meeldraden. De breed eironde, spitse kafjes zijn witachtig vliezig met een groene kiel.


Christian Berg - cc by 4.0


Kristian Peters - cc by-sa 3.0


Bernd Bäumler - cc by-nc 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Vruchten en zaden Een eenzadige dopvrucht of nootje. De urntjes zijn 2½-3½ mm lang. Ze zijn glanzig geelgroen, platbol, langwerpig-eirond, duidelijk generfd en vrij plotseling versmald in een korte tweetandige, op de rug gegroefde snavel. De geelgroene nootjes zijn plat lensvormig (de ene kant vlak, de anderen gewelfd). De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Eenzaadlobbig.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Emmanuel Stratmains - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


José Luis Romero Rego - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem Beschaduwde plaatsen op vochtige of natte, voedselrijke, humeuze, vaak iets verdichte grond (beekafzettingen, leem, stenige plaatsen en soms op veen of licht kleiige grond).

Groeiplaatsen Natte loofbossen, bronbossen, hellingbossen, parkbossen, grienden, langs bospaden, langs beken en greppels in bossen, beschaduwde slootkanten en tussen stenen van beschoeiingen of sluismuren.

Verspreiding

Wereld Oorspronkelijk uit de Kaukasus, Noord-Iran, Syrië, Noordwest-Afrika en Europa (m.u.v. het noorden). Andere ondersoorten groeien in Zuid- en Zuidoost-Azië.

Nederland Inheems. Vrij algemeen.

Vlaanderen Inheems. Algemeen.
Wallonië Inheems. Vrij algemeen.

2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl