Frysk-Swietblêdpûltsje English-Wild Liquorice Français-Réglisse sauvage Deutsch-Bärenschote Synoniemen-Wilde hokjespeul Familie-Fabaceae (Vlinderbloemenfamilie) Naamgeving (Etymologie)-Astragalus komt uit het Griekse en betekent wervel of hielbeen, naar de hoekige vorm van de zaden. Glycyphyllus betekent zoetbladig. Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Overblijvend. Plantvorm-Hemikryptofyt. Hoofdbloei-Juni t/m september. Afmeting-30-120 cm.
Wortels-Een forse penwortel, die bovenaan overgaat in een houtig, vertakt stammetje.
Stengels-De liggende of klimmende stengels zijn sterk vertakt en worden tot meer dan 1 meter lang. Ze zijn zigzagsgewijs heen en weer gebogen, vrijwel kaal en vrij dik.
Bladeren-De oneven geveerde bladen bestaan uit negen tot dertien eironde deelblaadjes van 2-5 cm. Deze zijn stomp, maar wel vaak met een heel klein spitsje. De steunblaadjes zijn vrij groot, langwerpig-driehoekig en staan vrij van de bladsteel, behalve bij de onderste bladen.
Bloemen-Tweeslachtig. De acht tot dertig bloemen groeien in vrij dichte, eivormige trossen van 2-5 cm. De bloemen zijn bleek groengeel en worden 1-1½ cm groot. De vlag is 11-15 mm lang. Bloemen met tien meeldraden, waarvan de bovenste vrij staan.
Vruchten en zaden-Een doosvrucht. Hangende vruchttrosjes met smalle langwerpige, 2,5-4 cm lange, tweehokkige, iets gebogen en kale peulen met aan de onderkant een diep ingeplooide naad. Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem-Zonnige, soms half beschaduwde, warme plaatsen op vochtige, matig voedselrijke, stikstofarme, kalkrijke of leemhoudende grond (mergel, rivierklei, zand, leem en stenige plaatsen). Groeiplaatsen-Kalkhellingbossen, langs bospaden, bosranden, heggen, kalkrijke struwelen, leemkuilen, ruig grasland, ruige bermen, dijken, stenige hellingen en spoorwegterreinen. Verspreiding Wereld-Oorspronkelijk uit Europa en Centraal-Azië. Nederland-Inheems. Zeldzaam Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam Wallonië-Inheems. Zeldzaam 2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |