Wilde planten in Nederland en België

Hokjespeul - Astragalus glycyphyllos

Frysk-Swietblêdpûltsje

English-Wild Liquorice

Français-Réglisse sauvage

Deutsch-Bärenschote

Synoniemen-Wilde hokjespeul

Familie-Fabaceae (Vlinderbloemenfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Astragalus komt uit het Griekse en betekent wervel of hielbeen, naar de hoekige vorm van de zaden. Glycyphyllus betekent zoetbladig.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Hemikryptofyt.

Hoofdbloei-Juni t/m september.

Afmeting-30-120 cm.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Bjoertvedt - cc by-sa 3.0


Pethan - cc by-sa 3.0


Augustin Roche - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr

Wortels-Een forse penwortel, die bovenaan overgaat in een houtig, vertakt stammetje.


Wu Universität Wien - cc by 4.0


Herbarium Horti Botanici Pisani - cc by 4.0


Moscow State University - cc by 4.0


Moscow State University - cc by 4.0

Stengels-De liggende of klimmende stengels zijn sterk vertakt en worden tot meer dan 1 meter lang. Ze zijn zigzagsgewijs heen en weer gebogen, vrijwel kaal en vrij dik.


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


Benjamin Zwittnig - cc by 2.5 si

Bladeren-De oneven geveerde bladen bestaan uit negen tot dertien eironde deelblaadjes van 2-5 cm. Deze zijn stomp, maar wel vaak met een heel klein spitsje. De steunblaadjes zijn vrij groot, langwerpig-driehoekig en staan vrij van de bladsteel, behalve bij de onderste bladen.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Selso - cc by-sa 3.0


Malte - cc by-sa 3.0


Fornax - cc by-sa 3.0

Bloemen-Tweeslachtig. De acht tot dertig bloemen groeien in vrij dichte, eivormige trossen van 2-5 cm. De bloemen zijn bleek groengeel en worden 1-1½ cm groot. De vlag is 11-15 mm lang. Bloemen met tien meeldraden, waarvan de bovenste vrij staan.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Meneerke bloem - cc by-sa 3.0


Benjamin Zwittnig - cc by 2.5 si


Marko Vainu - cc by-sa 3.0

Vruchten en zaden-Een doosvrucht. Hangende vruchttrosjes met smalle langwerpige, 2,5-4 cm lange, tweehokkige, iets gebogen en kale peulen met aan de onderkant een diep ingeplooide naad. Tweezaadlobbig.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


© Hanneke Waller - verspreidingsatlas.nl


Roger Culos - cc by-sa 3.0


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige, soms half beschaduwde, warme plaatsen op vochtige, matig voedselrijke, stikstofarme, kalkrijke of leemhoudende grond (mergel, rivierklei, zand, leem en stenige plaatsen).

Groeiplaatsen-Kalkhellingbossen, langs bospaden, bosranden, heggen, kalkrijke struwelen, leemkuilen, ruig grasland, ruige bermen, dijken, stenige hellingen en spoorwegterreinen.

Verspreiding

Wereld-Oorspronkelijk uit Europa en Centraal-Azië.

Nederland-Inheems. Zeldzaam

Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam

Wallonië-Inheems. Zeldzaam

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl