Wilde planten in Nederland en België

Grote wolfsklauw - Lycopodium clavatum

Frysk-Grutte wolvepoat

English-Stag's-horn Clubmoss

Français-Lycopode en massue

Deutsch-Keulen-Bärlapp

Synoniemen

Familie-Lycopodiaceae (Wolfsklauwfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Wolfsklauw komt door de gelijkenis met de klauw van een wolf. Lycopodium komt van het Griekse lykos (wolf) en podion (pootje). De uiteinden van de takken lijken op de tenen van een wolf. Clavatum betekent knotsvormig.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Chamaefyt.

Rijpe sporen-Juli en augustus.

Afmeting-5-15 cm.


Liliane Roubaudi - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


© Jelle Hofstra - verspreidingsatlas.nl


Jean-Jacques Houdré - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Bjoertvedt - cc by-sa 3.0

Wortels


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0

Stengels-De wortelende, kruipende, dicht bebladerde, 90-150 cm lange stengels. Ze zijn helder donkergroen, met rechtopstaande of opstijgende, vrij korte al of niet vertakte zijtakken. De sporenaren vind je aan de zijstengels.


Thierry Pernot - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Yoan Martin - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Ireen Trummer - cc by-sa 3.0


MichaelZahniser - Public Domain

Bladeren-De onvruchtbare bladen zijn heldergroen, vrij zacht, lijnvormig en 3-5 mm lang (ze zijn kleiner dan die van Stekende wolfsklauw). Ze staan in vele rijen, zijn gaafrandig- of onduidelijk-getand, staan schuin af, zijn naar binnen gekromd en lopen uit in een ongeveer even lange witte, glasachtige haarpunt. De vruchtbare bladen zijn gelig, gekarteld, driehoekig en hebben eveneens een haarpunt.


Jean-Jacques Houdré - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Hugues Tinguy - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Hugues Tinguy - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Albert Herring - cc by 2.0

Sporen-De 1-5 cm lange, gesteelde, lichtgele sporenaren . Er groeien één tot drie (zelden meer) aren aan een lange stengel aan het eind van de zijtakken Ook de sporen zijn lichtgeel.


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl


Liliane Roubaudi - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl

Biotoop

Bodem-Zonnige, soms licht beschaduwde plaatsen op vrij droge tot vrij vochtige, (zeer) voedselarme, zure, vaak enigszins gestoorde zandgrond en op stenige plaatsen.

Groeiplaatsen-Heide, naaldbossen (met name lichte dennenbossen), loofbossen (met name eiken-berkenbossen), in karrensporen, noordhellingen in stuifzandgebieden, open grazige heide met ijl groeiende Grove dennen, zandwallen, soms in schrale bermen en grindgroeven.

Verspreiding

Wereld-Koude en gematigde streken. In de tropen alleen in gebergten.

Nederland-Inheems. Zeldzaam.

Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam.

Wallonië-Inheems. Zeldzaam.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl