Grote brandnetel - Urtica dioica

Frysk-Grutte brannettel

English-Common Nettle (Stinging Nettle)

Français-Grande Ortie

Deutsch-Große Brennnessel

Synoniemen

Familie-Urticaceae (Brandnetelfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Urtica komt van het Latijnse urere (branden), uiteraard vanwege de vele brandharen. Dioica betekent tweehuizig, want deze brandnetel is meestal tweehuizig (er zijn mannelijke en vrouwelijke planten). De Nederlandse naam spreekt voor zich. Bij aanraking komt een zuur vrij dat jeuk of een brandende pijn veroorzaakt. Netel is mogelijk afkomstig uit het Oudgermaanse "nada" dat speer betekent, maar het kan ook verband houden met het Engelse needle (naald).

Opmerking-Grote brandnetel is duidelijk groter dan de Kleine brandnetel.

Beschrijving

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Geofyt of hemikryptofyt.

Hoofdbloei-Juni t/m november.

Afmeting-30-130 cm.

Klik op een afbeelding om te vergroten.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Wortels-Een kruipende, horizontale wortelstok met taaie gele wortels, die zich sterk vertakken, waardoor de plant zich sterk kan uitbreiden (vooral als er veel stikstof in de bodem aanwezig is).


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Stengels-De rechtopstaande, vierkantige, bloeistengels hebben korte zijtakjes in de bladoksels. Op stengels groeien brandharen en gewone kortere haren. De plant groeit meestal in grote groepen.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Bladeren-De tegenoverstaande bladen zijn donkergroen, langwerpig tot eirond, grof ondiep gezaagd en met een hartvormige voet. Ze worden 5-10 cm. De tand aan de bladtop is groter dan de andere bladtanden. De bladschijf is langer dan de steel. Op de bladonderkant groeien brandharen en gewone kortere haren. De brandharen veroorzaken bij aanraking een pijnlijk en later vaak jeukerig gevoel. Aan de top van de knop van iedere brandhaar zit een weerhaakje dat bij aanraking in de huid vast komt te zitten, waarbij de knop van de brandhaar afbreekt en daarbij komt o.a. oxaalzuur en wijnsteenzuur vrij die de pijn en jeuk veroorzaken. De jeuk kan met bladeren van de Grote weegbree worden bestreden, maar ook zuring, dovenetel en hondsdraf kunnen hiervoor worden gebruikt.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Bloemen-Eenslachtig. Meestal tweehuizig. De bloemen zijn groenachtig. De tenslotte hangende bloeiwijzen zijn langer dan de bladsteel. De mannelijke met korte zijtakken. En de vrouwelijke met langere zijtakken. De mannelijke bloemen vormen lange overhangende katjesachtige bloeiwijzen. Ze hebben vier bloemdekbladen en eveneens vier meeldraden met gele helmhokjes. De kleine vrouwelijke, groene bloemen vormen kleine kluwens, die later gaan hangen. Ze hebben ook vier bloemdekbladen, waarvan twee korte aan de buitenkant en twee lange aan de binnenkant. Het vruchtbeginsel is bovenstandig met één stijl en een grijs, veervoormig stempel. Het zijn windbestuivers.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Frank Vincentz - cc by-sa 3.0

Vruchten en zaden-Een eenzadige dopvrucht of nootje. De vier bloemdekbladen omsluiten het nootje. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.


Frank Vincentz - cc by-sa 3.0


Frank Vincentz - cc by-sa 3.0


Frank Vincentz - cc by-sa 3.0


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige of licht beschaduwde plaatsen op matig droge tot natte, voedselrijke tot zeer voedselrijke, met name stikstofrijke, humeuze grond.

Groeiplaatsen-Puin, ruigten, loofbossen, ooibossen, bronbossen, populieren- en wilgenbossen, bosranden, voedselrijke struwelen, ruderale plaatsen (ook in de duinen), langs vervuild water en bemeste bermen.

Verspreiding

Wereld-Oorspronkelijk uit Europa en Siberië.

Nederland-Inheems. Algemeen.

Vlaanderen-Inheems. Algemeen.

Wallonië-Inheems. Algemeen.


biodiversite.wallonie.be

Extra informatie

Namen

De Engelse naam is Common nettle (gewone netel). Een andere Engelse naam is Stinging Nettle (stekende netel). De Duitse naam is Große Brennnessel. In het Frans heet de plant Grande Ortie. Andere Franse namen zijn Ortie dioïque en Ortie commune. In het Italiaans wordt de plant o.a. Ortica comune genoemd en in het Spaans is dat Ortiga mayor. Tenslotte de namen in de Scandinavische talen Brännässla (Zweeds), Brændenælde of Stor Nælde (Deeens) en Brennesle of Stornesle (Nooors).

Soorten

Grote brandnetel is een plant uit de Brandnetelfamilie (Urticaceae). Behalve de drie in ons gebied voorkomende brandnetelsoorten Grote brandnetel, Kleine brandnetel en Zuidelijke brandnetel horen ook Groot en Klein glaskruid en Slaapkamergeluk tot deze familie.
De eenjarige Kleine brandnetel bereikt een hoogte van maximaal 50 cm en heeft een penwortel. De brandharen van deze soort worden vaak als nog pijnlijker ervaren dan die van de Grote brandnetel. De Zuidelijke brandnetel is eveneens een eenjarige soort met een penwortel, die tot 80 cm hoog kan worden. Deze soort komt oorspronkelijk uit Zuid- en West-Europa en is bij ons zeldzaam verwilderd en plaatselijk ingeburgerd. Kogelbrandnetel of Bolletjesbrandnetel (Urtica pilulifera) komt uit Zuid-Europa en komt sporadisch verwilderd voor in Nederland en België.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl
Grote brandnetel


Bert Verbruggen - verspreidingsatlas.nl
Kleine brandnetel


M. Ferreira - cc by-nc-sa 4.0
Zuidelijke brandnetel


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl
Kogelbrandnetel

Verspreiding in andere landen


Verspreidingskaart van Groot-Brittannië en Ierland.


Verspreidingskaart van Frankrijk.


Verspreidingskaart van Duitsland.


Verspreidingskaart van Zweden.

Vermeerderen

Als de plant één keer op een geschikte plek groeit hoef je deze niet te vermeerderen. Dat doet hij al uit zichzelf met zijn grote wortelstelsel. Eventueel kun je de planten scheuren en de delen daarna op een andere plek uitplanten. Je kunt de plant ook uitzaaien. Gewoonlijk kiemen de zaden snel, maar soms is er een koude periode nodig voordat de zaden kiemen.

Toepassen in de heemtuin

Je kunt de plant het beste aanplanten of uitzaaien op een achteraf plekje in de tuin. De bodem moet voedselrijk en het liefst stikstofrijk zijn.

Waardplant voor o.a. vlinders

Grote brandnetel is een belangrijke voedingsbron voor allerlei rupsen van vlinders (o.a de Dagpauwoog, Landkaartje, Atalanta, Gehakkelde aurelia en de Kleine vos), die hun eitjes op deze plant afzetten. Er komen ongeveer 80 vlindersoorten voor op deze plant.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Ook andere insecten zijn afhankelijk van de brandnetel, zoals sommige nachtvlinders, wantsen, slakken, cicaden, snuitkevers, glanskevers en bladluizen.
Behalve insecten maakt ook de bosrietzanger gebruik van de brandnetel. Deze vogelsoort hangt het nest op aan de stengels van deze plant. Ook de nachtegaal maakt geregeld een nest in de brandnels.

Gebruik in de keuken

* De grote brandnetel is rijk aan carotenen, vitamine C en ijzer.
* Jonge brandnetelstengels en jonge bladeren kunnen worden bereid op dezelfde wijze als spinazie. Ook de smaak lijkt op die van spinazie.
* Je kunt van de bladeren stamppot maken.
* Er kan thee van worden gezet van jonge gedroogde bladeren (ook de bladeren van de topjes van oudere planten zijn geschikt). De thee zou helpen bij eczeem, hooikoorts, astma en allerlei andere aandoeningen. Het werkt bloedzuiverend en urinedrijvend.
* De plant wordt eveneens verwerkt in brandnetelkaas.

Hieronder een recept voor brandnetelsoep.

Dit ben je nodig:
* Gebruik alleen de jonge blaadjes (meestal zijn dit de bovenste blaadjes). Het is wel verstandig om handschoenen aan te trekken bij het plukken.
* Voor 4 personen ben je 400 gram brandnetelbladeren nodig.
* Je kunt de blaadjes ook even heel kort koken (ongeveer 1 minuut), dan prikken ze niet meer.
* Een fijngesneden ui.
* Twee in blokjes gesneden aardappelen
* Een knoflook (geperst of fijn gesneden)
* Olijfolie.
* Een liter groentebouillon.
* Peper en zout na smaak toevoegen.
* Eventueel kun je ook een dl room toevoegen.

Bereiding:
* Was de brandnetelblaadjes en snijd ze fijn.
* Fruit de ui en knoflook kort in een pan met olijfolie.
* Voeg daarna de bladeren, aardappelblokjes en bouillon toe en laat dit ongeveer een kwartier koken (of tot de aardappelen gaar zijn).
* Mix de soep fijn en breng het op smaak met peper en zout en eventueeel de room.

Een recept voor brandnetelpannenkoeken

Dit ben je nodig (voor ongeveer vijf pannenkoeken):
* 200 gram boekweitmeel.
* 250 ml. sojamelk
* 150 ml. water
* Twee handen versgeplukte brandnetelblaadjes
* Eén theelepel bakpoeder.
* Naar smaak kun je nog een beetje zout en peper toevoegen
* Eventueel bestrooien met wat geitenkaas.

Bereiding:
* Jonge brandneteltoppen schoon spoelen en even laten drogen.
* De brandneteltoppen fijn snijden met een mes of in een keukenmachine fijnmaken.
* Meng alle ingrediënten in een beslagkom en klop het beslag. Eventueel kun je nog wat extra water toevoegen.
* Maak de koekenpan goed warm, voeg een beetje (olijf)olie toe en bak de pannekoekjes. Maak ze niet te dik.
* Voordat je de pannenkoekjes omdraait in de pan kun je er nog wat kaas op strooien.

Andere toepassingen

* De vezels van de stengels werden met name vroeger gebruikt om doek van te weven. Al in het bronzen tijdperk werden brandneteldoeken gebruikt voor kleding.
* Vroeger werden boter, vis en vlees in brandnetelbladeren verpakt om ze langer fris te houden (stoffen in de Grote brandnetel gaan bacteriegroei tegen).
* Brandnetelgier (bladeren en stengels geweekt in water) werkt tegen bladluizen en als bemesting.
* De planten worden ook gebruikt in haarwater.
* Brandnetelspiritus wordt gebruikt voor behandeling van de hoofdhuid en haren tegen roos en vet haar.
* Vroeger werd de plant gebruikt voor het verven van wol.
* In de Middeleeuwen maakten monniken kleine zweepjes van de brandnetelstengels en sloegen zichzelf ermee als een boetedoening.

2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl