Frysk-Grutte brannettel English-Common Nettle (Stinging Nettle) Français-Grande Ortie Deutsch-Große Brennnessel Synoniemen Familie-Urticaceae (Brandnetelfamilie) Naamgeving (Etymologie)-Urtica komt van het Latijnse urere (branden), uiteraard vanwege de vele brandharen. Dioica betekent tweehuizig, want deze brandnetel is meestal tweehuizig (er zijn mannelijke en vrouwelijke planten). De Nederlandse naam spreekt voor zich. Bij aanraking komt een zuur vrij dat jeuk of een brandende pijn veroorzaakt. Netel is mogelijk afkomstig uit het Oudgermaanse "nada" dat speer betekent, maar het kan ook verband houden met het Engelse needle (naald). Opmerking-Grote brandnetel is duidelijk groter dan de Kleine brandnetel. Beschrijving Levensduur-Overblijvend. Plantvorm-Geofyt of hemikryptofyt. Hoofdbloei-Juni t/m november. Afmeting-30-130 cm. Klik op een afbeelding om te vergroten.
Wortels-Een kruipende, horizontale wortelstok met taaie gele wortels, die zich sterk vertakken, waardoor de plant zich sterk kan uitbreiden (vooral als er veel stikstof in de bodem aanwezig is).
Stengels-De rechtopstaande, vierkantige, bloeistengels hebben korte zijtakjes in de bladoksels. Op stengels groeien brandharen en gewone kortere haren. De plant groeit meestal in grote groepen.
Bladeren-De tegenoverstaande bladen zijn donkergroen, langwerpig tot eirond, grof ondiep gezaagd en met een hartvormige voet. Ze worden 5-10 cm. De tand aan de bladtop is groter dan de andere bladtanden. De bladschijf is langer dan de steel. Op de bladonderkant groeien brandharen en gewone kortere haren. De brandharen veroorzaken bij aanraking een pijnlijk en later vaak jeukerig gevoel. Aan de top van de knop van iedere brandhaar zit een weerhaakje dat bij aanraking in de
huid vast komt te zitten, waarbij de knop van de brandhaar afbreekt en daarbij komt o.a. oxaalzuur en wijnsteenzuur vrij die de pijn en jeuk veroorzaken. De jeuk kan met bladeren
van de Grote weegbree worden bestreden, maar ook zuring, dovenetel en hondsdraf kunnen hiervoor worden gebruikt.
Bloemen-Eenslachtig. Meestal tweehuizig. De bloemen zijn groenachtig. De tenslotte hangende bloeiwijzen zijn langer dan de bladsteel. De mannelijke met korte zijtakken. En de vrouwelijke met langere zijtakken. De mannelijke bloemen vormen lange overhangende katjesachtige bloeiwijzen. Ze hebben vier bloemdekbladen en eveneens vier meeldraden met gele helmhokjes. De kleine vrouwelijke, groene bloemen vormen kleine kluwens, die later gaan hangen. Ze hebben ook vier bloemdekbladen, waarvan twee korte aan de buitenkant en twee lange aan de binnenkant. Het vruchtbeginsel is bovenstandig met één stijl en een grijs, veervoormig stempel. Het zijn windbestuivers.
Vruchten en zaden-Een eenzadige dopvrucht of nootje. De vier bloemdekbladen omsluiten het nootje. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem-Zonnige of licht beschaduwde plaatsen op matig droge tot natte, voedselrijke tot zeer voedselrijke, met name stikstofrijke, humeuze grond. Groeiplaatsen-Puin, ruigten, loofbossen, ooibossen, bronbossen, populieren- en wilgenbossen, bosranden, voedselrijke struwelen, ruderale plaatsen (ook in de duinen), langs vervuild water en bemeste bermen. Verspreiding Wereld-Oorspronkelijk uit Europa en Siberië. Nederland-Inheems. Algemeen. Vlaanderen-Inheems. Algemeen. Wallonië-Inheems. Algemeen. Extra informatie Namen De Engelse naam is Common nettle (gewone netel). Een andere Engelse naam is Stinging Nettle (stekende netel). De Duitse naam is Große Brennnessel. In het Frans heet de plant Grande Ortie. Andere Franse namen zijn Ortie dioïque en Ortie commune. In het Italiaans wordt de plant o.a. Ortica comune genoemd en in het Spaans is dat Ortiga mayor. Tenslotte de namen in de Scandinavische talen Brännässla (Zweeds), Brændenælde of Stor Nælde (Deeens) en Brennesle of Stornesle (Nooors). Soorten Grote brandnetel is een plant uit de Brandnetelfamilie (Urticaceae). Behalve de drie in ons gebied voorkomende brandnetelsoorten Grote brandnetel, Kleine brandnetel en Zuidelijke brandnetel horen ook Groot en Klein glaskruid en Slaapkamergeluk tot deze familie.
Verspreiding in andere landen Vermeerderen Als de plant één keer op een geschikte plek groeit hoef je deze niet te vermeerderen. Dat doet hij al uit zichzelf met zijn grote wortelstelsel. Eventueel kun je de planten scheuren en de delen daarna op een andere plek uitplanten. Je kunt de plant ook uitzaaien. Gewoonlijk kiemen de zaden snel, maar soms is er een koude periode nodig voordat de zaden kiemen. Toepassen in de heemtuin Je kunt de plant het beste aanplanten of uitzaaien op een achteraf plekje in de tuin. De bodem moet voedselrijk en het liefst stikstofrijk zijn. Waardplant voor o.a. vlinders Grote brandnetel is een belangrijke voedingsbron voor allerlei rupsen van vlinders (o.a de Dagpauwoog, Landkaartje, Atalanta, Gehakkelde aurelia en de Kleine vos), die hun eitjes op deze plant afzetten. Er komen ongeveer 80 vlindersoorten voor op deze plant.
Ook andere insecten zijn afhankelijk van de brandnetel, zoals sommige nachtvlinders, wantsen, slakken, cicaden, snuitkevers, glanskevers en bladluizen. Gebruik in de keuken * De grote brandnetel is rijk aan carotenen, vitamine C en ijzer. Hieronder een recept voor brandnetelsoep. Dit ben je nodig: Bereiding: Een recept voor brandnetelpannenkoeken Dit ben je nodig (voor ongeveer vijf pannenkoeken):
Bereiding:
Andere toepassingen * De vezels van de stengels werden met name vroeger gebruikt om doek van te weven. Al in het bronzen tijdperk werden brandneteldoeken gebruikt voor kleding. 2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |