Wilde planten in Nederland en België

Gifsla - Lactuca virosa

Frysk-Gifslaad

English-Great Lettuce

Français-Laitue sauvage

Deutsch-Gift-Lattich

Synoniemen

Familie-Asteraceae (Composietenfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Lactuca komt van lac (melk) en duco (voeren), naar het melksap, dat de planten bevatten. Virosa betekent vergiftig.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Tweejarig.

Plantvorm-Hemikryptofyt.

Hoofdbloei-Juli en augustus.

Afmeting-50-150 cm, maar soms tot 200 cm.


Toon Verrijdt - cc by-nc-sa 3.0 nl


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


H. Zell - cc by-sa 3.0


David Mercier - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr

Wortels


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


herbariaunited.org

Stengels-Onderaan zijn de sterk geurende stengels soms begroeid met borstelharen. Vaak zijn ze roodbruin of paarsachtig aangelopen of gevlekt. Het melksap wordt na ongeveer vijf minuten lichtgeel en na het opdrogen bruingeel.


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


T.Voekler - cc by-sa 3.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Bladeren-Giftig. De bladen zijn meestal niet gedraaid. De middennerf is vaak paarsachtig aangelopen. De rozetbladen zijn breed spatelvormig tot eirond. Op de rugkant van de middennerf zitten stekeltjes, die meestal minder dan 1 mm lang zijn. Soms ontbreken ze bij enkele bladen. De bovenste bladeren groeien horizontaal en niet gedeeld.


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl

© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


© Koen van Zoest - verspreidingsatlas.nl


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Bloemen-Tweeslachtig. De gele bloemen vormen een pyramidevormige pluim.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


H. Zell - cc by-sa 3.0

Vruchten en zaden-Een eenzadige dopvrucht of nootje. De zaden (nootjes) zijn eerst geel tot oranje, maar bij rijpheid worden ze zwart tot bruin of dieppaars. Ze zijn minstens 1½ mm breed en (zonder snavel) minstens 4½ mm lang. Ze hebben vrij brede vleugelranden en zijn kaal. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


Jean-Claude Echardour - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige, open plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, met name stikstofrijke, vaak omgewerkte grond (zand, grind en andere stenige plaatsen).

Groeiplaatsen-Bermen, ruderale plaatsen, humeuze ruigten, langs rivieren en kanalen, richels van klippen, duinen en langs spoorwegen.

Verspreiding

Wereld-Noordwest-Afrika en Zuid-, West- en Midden-Europa. Oorspronkelijk noordelijk tot in België.

Nederland-Ingeburgerd tussen 1900 en 1924. Zeldzaam. Voornamelijk in stedelijke gebieden.

Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam.

Wallonië-Inheems. Zeldzaam.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl