Frysk Bargegers English Knotgrass Français Renouée des oiseaux Deutsch Vogel-Knöterich Synoniemen Varkensgras, Polygonum monspeliense, Polygonum heterophyllum Familie Polygonaceae (Duizendknoopfamilie) Naamgeving (Etymologie) Polygonum komt van het Griekse polys (veel) en gonu (knie of knoop), omdat de stengels zeer knopig zijn. Aviculare betekent van de vogeltjes. Ondersoorten Een variabele plant, waarbij verschillende ondersoorten worden onderscheiden. subsp. depressum en subsp. aviculiare. Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur Eenjarig. Plantvorm Therofyt. Hoofdbloei Mei t/m november. Afmeting 5-40 cm (de stengel vaak veel langer).
Wortels Worteldiepte 20-50 cm.
Stengels De meestal liggende tot opstijgende, zelden rechtop staande stengels (niet hoger dan 40 cm) zijn dof donkergroen, vaak rood aangelopen en donker gestreept. Ze vertakken zich en vormen een mat van in een kring uitgespreide stengels (soms wel meer dan één vierkante meter). De stengels maken echter geen nieuwe wortels.
Bladeren De verspreidstaande bladen zijn meestal niet langer dan 2 cm (hoogstens tot 4 cm). Ze hebben een korte bladsteel. Jonge, rechtopstaande planten hebben vrij grote, omgekeerd eironde bladen. Plat op de grond liggende matten hebben vaak kleine, langwerpige of lijn-lancetvormige blaadjes. Het vliezige tuitje (een soort vergroeide steunblaadjes) omsluit de stengel helemaal.
Bloemen Tweeslachtig. De alleenstaande of met twee tot zes bij elkaar staande bloemen groeien in de bladoksels of naar het einde van de stengel in losse bebladerde aren. Meestal zijn er vijf 2-3 mm lange bloemdekbladen. Ze zijn groen (voor een deel), wit, of roze met een 0,2-0,4 mm brede, witte rand. Het bloemdek is alleen aan de voet vergroeid. Elke bloem heeft verder vijf meeldraden en een bovenstandig vruchtbeginsel met twee stijlen.
Vruchten en zaden Een eenzadige dopvrucht of nootje. De nootjes zijn meestal 1,5-3 mm lang en 1,3-1,5 mm breed. Ze steken meestal niet, mar soms wel uit het vruchtdek (dan zijn ze ongeveer 4 mm lang en 1,5 mm breed). Ze zijn mat of weinig glanzend. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem Zonnige, open plaatsen (pioniervegetatie) op vrij droge tot vochtige, voedselrijke, vaak betreden grond (van fijn grind tot zware klei en ook op zandig of kleiig laagveen). Groeiplaatsen Tredplaatsen, braakliggende grond, op vloedmerk, wegkanten, greppels, braakliggende akkers, tussen straatstenen, parkeerplaatsen, goten, open plekken in afgravingen, speelvelden en op wegen en voetpaden. Verspreiding Wereld Koude en gematigde streken op het noordelijk halfrond. Nederland Inheems. Algemeen. Vlaanderen Inheems. Algemeen. 2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |