Frysk-Bûnte nettel en Streke sûchnettel English-Spotted Deadnettle and Variegated Spotted Nettle Français-Lamier à feuilles panachées Deutsch-Gefleckte Taubnessel Synoniemen Familie-Lamiaceae (Lipbloemenfamilie) Naamgeving (Etymologie)-Dovenetel heeft te maken met de bladen, die lijken op die van de brandnetel, maar zijn niet bezet met brandharen. Lamium is afgeleid van het Griekse woord lamos (muil of keelgat) en heeft betrekking op de muilvormige bloemkroon. Maculatum betekent gevlekt. Variegatum betekent bont gekleurd. Variëteit. Gestreepte dovenetel (Lamium maculatum ‘Variegatum’) is een varieteit van Gevlekte dovenetel. Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Overblijvend. Plantvorm-Hemikryptofyt of chamaefyt. Hoofdbloei-April t/m november. Afmeting-30-60 cm.
Gestreepte dovenetel
Wortels-Wortelende bovengrondse uitlopers.
Stengels-De holle, rechtopstaande of kruipende stengels zijn vierkantig. Er zijn alleen bovengrondse uitlopers. Vaak worden er grote matten gevormd.
Gestreepte dovenetel
Bladeren-Gevlekte dovenetel-De in de winter groen blijvende, tegenoverstaande bladeren zijn gesteeld, driehoekig-eirond, met groffe tanden en een spits toelopende top. Ze kunnen geheel groen zijn, maar ook gevlekt.
Gestreepte dovenetel
Bloemen-Tweeslachtig. De paarsrode, zelden witte, roze of vleeskleurige bloemen zijn 2-3½ cm. De onderlip is donker gevlekt en hartvormig met tandvormige zijslippen. De haarring in de gebogen kroonbuis loopt overdwars. De kelk is korter dan de kroonbuis. De kelktanden zijn duidelijk korter dan die van Witte dovenetel en Gele dovenetel. De helmhokjes zijn geelachtig. Het stuifmeel is oranje. Het bovenstandig vruchtbeginsel is vierhokkig.
Gestreepte dovenetel
Vruchten en zaden-Een splitvrucht. Het vruchtbeginsel ontwikkelt vier nootjes met een mierenbroodje (dat is een oliehoudend aanhangsel waar mieren dol op zijn. Zij verslepen de zaden en zorgen zo voor de verspreiding). Tweezaadlobbig.
Gestreepte dovenetel
Biotoop Bodem-Gevlekte dovenetel-Half tot licht beschaduwde plaatsen op vochtige, voedselrijke, humeuze, vaak kalkhoudende grond (slibrijk zand, löss, leem en zandige rivierklei). Groeiplaatsen-Gevlekte dovenetel-Loofbossen, populierplantages, grienden, bosranden, houtwallen, heggen, struwelen, hakhout, in knotwilgen, dijken, ruigten, rivieroevers, plantsoenen, parken, duinbossen, bermen en ruige grazige plaatsen. Verspreiding Wereld-Oorspronkelijk uit West-Azië en Europa. Nederland-Gevlekte dovenetel-Inheems. Algemeen.
Gestreepte dovenetel-Ingeburgerd tussen 1950 en 1974. Algemeen. Vlaanderen-Gevlekte dovenetel-Inheems. Vrij algemeen. Gestreepte dovenetel-Inheems. Algemeen. Wallonië-Gevlekte dovenetel-Inheems. Vrij algemeen. 2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |