Wilde planten in Nederland en België

Geschubde mannetjesvaren - Dryopteris affinis

Frysk-Rûge mantsjefear

English-Scaly Male Fern

Français-Dryoptéris écailleux

Deutsch-Spreuschuppiger Wurmfarn

Synoniemen- Dryopteris pseudomas, Dryopteris x tavelii, Dryopteris borrerii, Beschubde mannetjesvaren, Gevlekte niervaren, Geschubde niervaren

Familie-Dryopteridaceae (Niervarenfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Dryopteris komt van het Griekse drys of dryos (eik) en pteris (varen), waarmee bedoeld wordt een varen die op een eik kan groeien. Affinis betekent verwant.

Ondersoorten-Er worden een aantal ondersoorten onderscheiden. subsp. affinis, subsp. borreri, subsp. pseudodisjuncta en subsp. cambrensis.

Kruising-Geschubde mannetjesvaren kan een bastaard vormen met Mannetjesvaren (Dryopteris x tavelii).

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Hemikryptofyt.

Rijpe sporen-Juli t/m oktober.

Afmeting-30-80 cm.


Adrie van Heerden - verspreidingsatlas.nl


Rense Haveman - cc by-nc-sa 3.0 nl


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0

Wortels-De wortelstok staat rechtop. De schubben zijn zwartbruin.


herbariaunited.org


herbariaunited.org


herbariaunited.org


herbariaunited.org

Stengels-De bladen overwinteren vaak (die van Mannetjesvaren sterven af in de herfst). De bladspil is tot bovenaan dicht beschubd (vaak dichter beschubd dan die van Mannetjesvaren). De schubben zijn donkerder (zwartbruin) dan die van Mannetjesvaren en worden naar boven toe kleiner en priemvormig.


Piet Bremer - cc by-nc-sa 3.0 nl


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


Adrie van Heerden - verspreidingsatlas.nl


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl

Bladeren-De geveerde groene bladeren staan in bundels dicht bijeen aan de wortelstok. De leerachtige bladeren lijken op die van Mannetjesvaren, maar zijn vaak lichter groen. 's Winters (ze overwinteren, die van Mannetjesvaren niet) blijven ze lang groen. De zijnerven. van de deelblaadjes hebben een donkere vlek bij de bladspil en de bladspil heeft veel en vaak donkere schubben. De blaadjes zijn bijna rechthoekig en de zijkanten zijn niet of nauwelijks gekarteld. De rand is zwak omgekruld en de top is recht afgeknot. Ze zijn ondiep gekarteld-gezaagden blijven meestal kleiner dan die van Mannetjesvaren. Geschubde mannetjesvaren heeft vaak een min of meer zwarte vlek ter hoogte van de aanhechtingspunten van de blaadjes van de tweede  orde (niet altijd bij jonge exemplaren).


Rense Haveman - cc by-nc-sa 3.0 nl


lern - cc by-nc 4.0


© Sipke Gonggrijp - verspreidingsatlas.nl


© Sipke Gonggrijp - verspreidingsatlas.nl

Sporen-De sporen vind je aan de onderzijde van de deelblaadjes. De dekvliesjes zijn gewelfd met een omgebogen rand.


© Sipke Gonggrijp - verspreidingsatlas.nl


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Liliane Roubaudi - cc by-sa 3.0

Biotoop

Bodem-Beschaduwde plaatsen op matig droge tot vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke grond.

Groeiplaatsen-Loofbossen en naaldbossen.

Verspreiding

Wereld-Een zuidelijker verspreidingsgebied dan Mannetjesvaren. Europa, op de Azoren, Canarische eilanden en Madeira, in noordelijk Turkije en aan de Kaspische Zee.

Nederland-Inheems. Zeldzaam.

Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam.

Wallonië-Inheems. Zeldzaam.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl