Gerande schijnspurrie - Spergularia media

Frysk Grut sparjekrûd

English Greater Sea-spurrey

Français Spergulaire atlantique

Deutsch Flügelsamige Schuppenmiere

Synoniemen Spergularia media subsp. angustata, Spergularia marginata, Spergularia maritima, Arenaria marina

Familie Caryophyllaceae (Anjerfamilie)

Naamgeving (Etymologie) Spergularia is afgeleid van afgeleid van Spergula (beide geslachten komen veel overeen). Spergula is afgeleid van het Latijnse spargere (uitstrooien), omdat deze planten hun zaden gemakkelijk uitstrooien. Media betekent middelste.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur Overblijvend.

Plantvorm Chamaefyt.

Hoofdbloei Juni t/m november.

Afmeting 5-50 cm.


Stefan.lefnaer - cc by-sa 3.0


Stefan.lefnaer - cc by-sa 3.0


Banangraut - cc by-sa 3.0


Kristian Peters - cc by-sa 3.0

Wortels Een dikke houtige wortelstok.


herbariaunited.org


herbariaunited.org


herbariaunited.org


herbariaunited.org

Stengels Een stevige houtige stengelvoet met opstijgende, vrijwel kale stengels.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Paul Fabre - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr

Bladeren De 1-1½ cm lange blaadjes zijn vlezig, lijnvormig en genaald (een stekelpuntje).


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Liliane Roubaudi - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr

Bloemen Tweeslachtig. De bloeiwijze is kaal of klierharig. De 0,7-1,3 cm grote bloemen zijn wit met een roze rand of bleek blauw-roze. De kroon is even lang of iets langer dan de kelk. Bloemen met acht tot tien meeldraden.


František Pleva - Public Domain


Olivier Pichard - cc by-sa 3.0


Kristian Peters - cc by-sa 3.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Vruchten en zaden De doosvrucht is 6,5-9 mm. De kelkbladen (in vrucht) zijn 4,5-6 mm, onderaan soms met 0,1 mm lange paarse vlekken. Zaden met brede vleugels, maar ze kunnen ook niet gevleugeld zijn. Tweezaadlobbig.


Geert Peeters - waarneming.nl


Christophe Bernier - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Otto Brinkkemper - waarneming.nl


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem Zonnige, meestal open plaatsen op natte, zilte grond (zand, klei of kiezelige plaatsen). De soort is bestand tegen hoge zoutconcentraties.

Groeiplaatsen Lagere delen van kleiige of zandige schorren (kwelders) en slikken, kwelderweiden, binnendijks weiland op sterk zilte open drassige plekken en soms langs gepekelde wegen.

Verspreiding

Wereld In alle werelddelen, met name in kust- en woestijngebieden.

Nederland Inheems. Vrij algemeen.

Vlaanderen Inheems. Vrij algemeen.
Wallonië Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam.

2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl