Wilde planten in Nederland en België

Geel cypergras - Cyperus flavescens

Frysk

English-Yellow Flatsedge

Français-Souchet jaunâtre

Deutsch-Gelbliches Zypergras

Synoniemen-Pycreus flavescens

Familie-Cyperaceae (Cypergrassenfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Cyperus komt van het Hebreeuwse woord kopher (hars) betekent of van kyperos (een plant met een geurige wortel). De worstelstok van sommige Cyperus planten ruikt namelijk geurig en werd in de parfumerie gebruikt. Maar volgens sommige anderen is Cyperus afgeleid van het Griekse cypeiros, dat op zijn beurt weer is afgeleid van Cypris (Venus), om de geslachtsdrift verwekkende eigenschappen. Flavescens betekent geel wordend of geelachtig.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Eenjarig.

Plantvorm-Therofyt.

Hoofdbloei-Juli t/m oktober.

Afmeting-3-15 cm, maar soms tot 50 cm.


Krzysztof Ziarnek - cc by-sa 3.0


Felix Riegel - cc by-nc 4.0


luisfunez - cc by-nc 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0

Wortels-Geen wortelstok. Gelige wortels.


Michel Cantagrel - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


bisque.cyverse.org - cc by-nc 3.0


s.idigbio.org - cc by-nc 3.0


mississippiplants.org - cc by-nc 3.0

Stengels-De stengels zijn scherp driekantig.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


luisfunez - cc by-nc 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Roberto Bottinelli - actaplantarum.org

Bladeren-De bladen zijn vaak gootvormig en minder dan 5 mm breed.


Marie Portas - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Marie Portas - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


J. Burke Korol - cc by-nc 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0

Bloemen-Tweeslachtig. De bloemen vormen een hoofdjesachtige kluwen van aren. Bloemen met drie meeldraden en twee stampers. De kafjes zijn strogeel met een groene kiel.


Boven. Geel cypergras. Onder. Bruin cypergras.
Radio Tonreg - cc by 2.0


Krzysztof Ziarnek - cc by-sa 3.0


Erik Simons - cc by-nc-sa 3.0 nl


Sylvain Pouvaret - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr

Vruchten en zaden-De nootjes zijn afgeplat (lensvormig). Eenzaadlobbig.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Roberto Bottinelli - cc by-nc-nd 4.0


Roberto Bottinelli - cc by-nc-nd 4.0


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige, open plaatsen (pionier) op vochtige tot natte, matig voedselarme, meestal dichtgeslagen grond. Vaak op plaatsen die in de winter overstromen en 's zomers tijdelijk droogvallen. (Het meest op zand en veen).

Groeiplaatsen-Langs drooggevallen sloten, beekjes en kleine rivieren, zandbanken langs riviertjes, aan de randen van vennen en natte heide.

Verspreiding

Wereld-Het meest in tropisch Afrika, noordoostelijk Zuid-Amerika, zuidoostelijk Noord-Amerika en Zuid-Europa. In 1986 werd de plant weer in Westfalen (Duitsland) gevonden op 10 kilometer van de Nederlandse grens.

Nederland-Inheems. Voor het laatst gevonden in 1939 bij Susteren.

Vlaanderen-Inheems. Verdwenen. Voor het laatst gevonden in 1956.

Wallonië-Inheems. Verdwenen.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl