Frysk Dúnrusk English Northern Green Rush Français Jonc aplati Deutsch Zweischneidige Binse Synoniemen Juncus alpinoarticulatus subsp. atricapillus Familie Juncaceae (Russenfamilie) Naamgeving (Etymologie) Juncus komt van het Latijnse jungere (verbinden), omdat soorten van dit geslacht werden gebruikt als bind- en vlechtmateriaal. Ondersoorten: Voorheen beschouwde men Alpenrus (Juncus alpinoarticulatus subsp. alpinoarticulatus) en Duinrus (Juncus alpinoarticulatus subsp. atricapillus) als twee Ondersoorten Beide ondersoorten samen werden Rechte rus genoemd. Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur Overblijvend. Plantvorm Hemikryptofyt. Hoofdbloei Juli t/m september. Afmeting 20-60 cm.
Wortels Aan een vrij forse, enige millimeters dikke, kruipende wortelstok met gemiddeld 1-2 cm lange leden ontspringen rijen stengels.
Stengels Rechtopstaand. De onderste takken van de bloeiwijze staan schuin rechtop. De stengels staan in rijen. De bloeistengels kunnen aan de voet al of niet omhuld zijn door een paar scheden zonder bladschijf.
Bladeren De bladschijf is verdeeld in kamers door van buiten af zichtbare tussenschotten. Gemiddeld met drie volledige bladen.
Bloemen Tweeslachtig. De bloeiwijze is meestal gedrongen en bestaat vaak uit twee delen met 25 tot 80 bloemhoofdjes (de onderste tak is meestal sterk verlengd en vertakt, zodat er twee bloeiwijzen boven elkaar lijken te staan). De bloemdekbladen (2-2½ mm) zijn donker roodbruin tot bruinzwart, alle ongeveer even lang. De buitenste zijn min of meer spits, de binnenste zijn stomp. De helmknoppen zijn 0,7-1 mm en de stijl is 0,5-0,8 mm.
Vruchten en zaden Een doosvrucht. De vrucht (zonder de stijlrest) is meestal weinig langer dan het bloemdek. De vrucht is glanzend roodbruin tot zwart, met twintig tot vijfentwintig zaden. Eenzaadlobbig.
Biotoop Bodem Zonnige, vrij open plaatsen (pioniervegetatie) op natte, voedselarme tot matig voedselrijke, basische, kalkhoudende zandgrond. Ook op brakke grond, maar wel met aanvoer van zoet water. Groeiplaatsen Jonge duinvalleien, randen van strandvlakten, op de grens van strandvlakten met duinruggen, drooggevallen zandplaten in voormalige zeearmen, kalkmoerassen, soms op opgespoten grondvlakten en in karrensporen. Verspreiding Wereld Langs de West-Europese kust, van de Scheldemond tot in Zuid-Zweden. Niet in Groot-Brittannië. Elders nog een paar vindplaatsen, o.a. in Frankrijk (langs de Atlantische Oceaan) en langs de kusten van het westelijke deel van de Middelandse Zee. Nederland Inheems. Zeldzaam. Vlaanderen Inheems. Zeldzaam. 2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |