Frysk English-Three-cornered Leek Français-Ail à tige triquètre Deutsch-Dreiecklauch Synoniemen Familie-Amaryllidaceae (Narcisfamilie) Naamgeving (Etymologie)-Allium komt van het Griekse aglis (knoflook), dat is ontstaan uit glis (iets kroms of rond), dat verwijst naar de bol van de looksoorten. Allium zou echter ook afkomstig kunnen zijn van het Keltische all (warm, scherp of brandend), dat slaat op de eigenschappen van de plant. Triquetrum betekent driekantig. Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Overblijvend. Plantvorm- Geofyt. Hoofdbloei-April en mei. Afmeting-10-40 cm.
Wortels-Ook vermeerdering via vegetatieve weg.
Stengels-De stengels en bloemstelen zijn scherp driekantig.
Bladeren-De twee tot vijf bladen zijn vlak.
Bloemen-Tweeslachtig. De bloeischede is korter dan de bloeiwijze. De meeldraden zijn ongedeeld en steken niet boven de bloemen uit. Elke stengel heeft een losse bloeiwijze met drie tot vijftien bloemen en zonder broedbolletjes. De witte bloemdekbladen zijn 10-18 mm. De klokvormige bloemen gaan tenslotte overhangen. Ze hebben een groene middennerf.
Vruchten en zaden-Een doosvrucht met zwarte, langwerpig ronde zaden met een oliehoudend aanhangsel (mierenbroodje). De zaden worden door dieren verspreid. Eenzaadlobbig.
Biotoop Bodem-Vrij zonnige tot beschaduwde, vochtige, goed gedraineerde, voedselrijke zand- en leemgrond. Groeiplaatsen-Bossen, parkbossen, kapvlakten, bosjes, heggen, grasland, rivieroevers, bermen en ruderale plaatsen. Verspreiding Wereld-Oorspronkelijk uit het westelijke Middellandse Zeegebied. Nederland-Niet ingeburgerd. Zeldzaam.
Vlaanderen-Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam. Wallonië-Niet in Wallonië. Toepassingen Gekweekt in tuinen en parken. 2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |