Frysk Dolkrûd English Rough Chervil Français Cerfeuil penché Deutsch Taumel-Kälberkropf Synoniemen Chaerophyllum temulentum Familie Apiaceae (Schermbloemenfamilie) Naamgeving (Etymologie) Dolle kervel heeft zijn Nederlandse naam te danken aan 't feit dat koeien die er te veel van eten suf worden en zich gedragen alsof ze dronken zijn (de plant is licht giftig) en de bladen lijken op die van kervel. Chaerophyllum is afgeleid van het Griekse chairoo (verplegen) en phyllon (blad), dus dat de plant om haar blad gekweekt werd. De naam had oorspronkelijk betrekking op Anthriscus cerefolium. Temulum betekent bedwelmend. Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur Tweejarig. Plantvorm Hemikryptofyt. Hoofdbloei Mei t/m juli. Afmeting 30-120 cm.
Wortels Een dunne, spoelvormige penwortel.
Stengels De rechtopstaande, geribde en gevulde stengels zijn paarsrood gevlekt en tot bovenaan begroeid met witte, vrij lange haren die voor een deel afstaan.
Bladeren De verspreidstaande, donkergroene, later soms paarsachtige bladen zijn twee- tot drievoudig geveerd. De deelblaadjes zijn eirond tot langwerpig, stomp en getand. De bladscheden zijn gewimperd.
Bloemen Tweeslachtig. De 2 mm grote, witte bloemen vormen samengestelde schermen met vijf tot twaalf stralen. De schermen knikken als de bloemen nog in knop zitten. De vijf kroonbladen zijn niet behaard. Meestal is er geen omwindsel. De omwindseltjes (bestaande uit meerdere blaadjes) zijn gewimperd. De bloemen hebben verder vijf kelkbladen, vijf meeldraden, twee stijlen en twee stempels en een onderstandig vruchtbeginsel.
Vruchten en zaden De giftige splitvruchten zijn langwerpig en naar de top versmald. Ze zijn 4-7 mm, vaak paarsachtig met brede platte ribben. De deelvruchten zijn rond. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem Half beschaduwde plaatsen op matig droge tot vochtige, voedselrijke, stikstofrijke, vaak kalkhoudende, goed doorlatende grond (zand, leem, löss, mergel, lichte klei en zavel). Groeiplaatsen Loofbossen, zandige beekdalbossen, jonge bosaanplantingen, heggen, voedselrijke bosranden, struwelen, houtwallen, beschaduwde bermen, langs holle wegen, ruig grasland, ruigten, braakliggende grond, haven- en industrieterreinen, spoorwegterreinen, aan de voet van oude muren, ruderale plaatsen, oeverwallen, duinen, plantsoenen en akkerranden. Verspreiding Wereld Europa, maar vrijwel niet in de meest noordelijke en noordoostelijke dele (noordelijk tot in Zuid-Scandinavië). Ook in Noordwest-Afrika en in de Kaukasus. Nederland Inheems. Algemeen. Vlaanderen Inheems. Algemeen. 2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |