Frysk Breakromkes English Dense woodrush Français Luzule à inflorescences denses Deutsch Kopfige Hainsimse Synoniemen Dichtbloemige veldbies, Luzula multiflora subsp. congesta Familie Juncaceae (Russenfamilie) Naamgeving (Etymologie) Luzula ia afkomstig van het Italiaanse luciola (glimworm), een naam die door de Italianen ook gebruikt voor biezen, omdat uit het merg van deze planten kaarsenpitten (lucigno of lucignolo) gemaakt werden. Congesta betekent gekroond of zeer nauw bij elkaar. Ondersoorten: Voorheen onderscheidde men twee Ondersoorten Dichtbloemige veldbies (Luzula multiflora subsp. congesta) en Veelbloemige veldbies (Luzula multiflora subsp. multiflora). Tegenwoordig zijn het twee afzonderlijke soorten. Dichte veldbies (Luzula congesta) en Veelbloemige veldbies (Luzula multiflora). Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur Overblijvend. Plantvorm Hemikryptofyt. Hoofdbloei April t/m juni. Afmeting 25-60 cm.
Wortels Het wortelstokje staat min of meer rechtop. Er zijn geen uitlopers. Worteldiepte 10-20 cm.
Stengels Dichte pollen vormend. De stengels staan stijf rechtop.
Bladeren De dofgroene, vlakke bladen zijn lang wit gewimperd enn vaak wat rood aangelopen. De rand is getand.
Bloemen Tweeslachtig. De bloemen groeien in dichte, eivormige hoofdjes. Ze staan met vijf tot twintig (zelden minder) bij elkaar in een schermvormige of samengetrokken bloeiwijze (kluwenvormig samengetrokken). Ze zijn bruin of soms bleek. De helmknoppen zijn ongeveer 1 mm en iets korter tot iets langer dan de helmdraden (zelden zijn ze twee keer zo lang). De meestal lichtbruine, 2,9-3,5 mm lange bloemdekbladen zijn iets korter of even lang dan de vruchten.
Vruchten en zaden Driezadige doosvruchten. De zaden hebben aan de voet een aanhangsel. Dit aanhangsel beslaat hoogstens 1/3 deel van de rest van het zaad. Zonder het aangangsel zijn de zaden 1,2-1,5 mm. De aanhangsels zijn 0,4-0,6 mm. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Eenzaadlobbig.
Biotoop Bodem Zonnige of licht beschaduwde plaatsen op vochtige, voedselarme, stikstofarme, kalkarme, zwak tot matig zure, humeuze grond (zand, leem en veen). Groeiplaatsen Loofbossen, op wortelkluiten van omgewaaide bomen, moerasbossen, langs bospaden, bosranden, kapvlakten, nat licht bemest grasland, onbemest hooiland, bermen, heide, spoorbermen, opgespoten grond, duinvalleien en veenmosrietland. Verspreiding Wereld Voornamelijk in West-Europa. Nederland Inheems. Vrij zeldzaam. Vlaanderen Inheems. Vrij algemeen. 2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |