Frysk-Bottelroas English-Downy-rose Français-Rosier velu Deutsch-Apfel-Rose Synoniemen-Rosa pomifera, Rosa resinosa, Viltroos Familie-Rosacea (Rozenfamilie) Naamgeving (Etymologie)-Rosa is het Latijnse woord voor roos. De naam komt komt via het Griekse rodon van het Oudperzische wurdo (doornstruik). Villosa betekent harig of ruig. Opmerking-Rosa villosa werd in 2003 gesplitst in Bottelroos (Rosa villosa), Viltroos (Rosa tomentosa) en Berijpte viltroos (Rosa sherardii). Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Overblijvend. Plantvorm-Fanerofyt. Hoofdbloei-Juni en juli. Afmeting-80-200 cm.
Takken-De takken staan meestal rechtop. Ze zijn voorzien van slanke, rechte stekels.
Bladeren-De bladen zijn vijf- of zeventallig met vrij grote eivormige tot langwerpige dubbel gezaagde deelblaadjes. De zijdelingse blaadjes worden tot 4 cm lang en het topblaadje 5-7 cm. Aan de onderkant zitten gesteelde klieren. De steunblaadjes hebben toegespitste, naar de bladsteel teruggekromde oortjes.
Bloemen-Tweeslachtig. De paarsrode tot donkerroze bloemen zijn 3-6 cm. Kroonbladen met gesteelde klieren aan de rand. De kelkbladen zijn langer dan de kroonbladen. De rechtopstaande kelkbladen vallen meestal niet af. Het stijlkanaal is 2,5-4 mm in doorsnede.
Vruchten en zaden-Een vlezige schijnvrucht. De grote, bolvormige, oranjerode of rode bottels worden tot 2,5 cm. Ze hebben een korte steel..
Biotoop Bodem-Zonnige of half beschaduwde plaatsen op droge tot vrij vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, al of niet kalkhoudende grond (mergel, löss, leem, zavel, duinzand, klei en schelpkalk). Groeiplaatsen-Open plekken in loofbossen, heggen, struwelen, bosranden, duinstruweel, spoordijken, spoorwegterreinen en afgravingen. Verspreiding Wereld-Europa, noordelijk tot in Zuid-Scandinavië. Ook in Zuidwest-Azië. Meestal in bergachtige gebieden. Nederland-Inheems. Zeer zeldzaam.
Vlaanderen-Inheems. Zeer zeldzaam. Wallonië-Inheems. Zeer zeldzaam. 2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |