Wilde planten in Nederland en België

Bleke schubwortel - Lathraea squamaria

Frysk

English-Common Toothwort

Français-Lathrée écailleuse

Deutsch-Schuppenwurz

Synoniemen-Grote schubwortel

Familie-Orobanchaceae (Bremraapfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Lathraea komt van het Griekse lathraios (heimelijk), hetgeen slaat op het verborgen groeien onder bomen en tussen dorre bladen. Squamaria vanwege de met schubvormige bladen (squama) bedekte wortelstok.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Geofyt.

Hoofdbloei-Maart t/m mei.

Afmeting-7-30 cm.


Haeferl - cc by-sa 3.0 at


Björn Sothmann - cc by-sa 2.0


Ragnar1904 - cc by-sa 4.0


Dirtywilly - cc by-sa 3.0

Wortels-De wortelstok is dicht bezet met kruiswijs staande, bleekbruine, holle schubben.


herbariaunited.org

Stengels-De behaarde stengels zijn roomkleurig tot bleekroze of licht rood.


Alvals - cc by-sa 3.0


Jörg Hempel - cc by-sa 2.0 de


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


Benjamin Zwittnig - cc by 2.5 si

Bladeren-De blaadjes staan verspreid. Ze zijn schubvormig, vlezig en afgerond hartvormig.


Enrico Blasutto - cc by-sa 3.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Benjamin Zwittnig - cc by 2.5 si


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0

Bloemen-Tweeslachtig. De bloemen groeien in een dichte, naar één kant gekeerde tros. Ze zijn tweelippig, knikkend, vrij rond, 1,5-2 cm en wit of iets paarsroodachtig (paars-roze). De kroon is buisvormig en steekt een beetje buiten de buikige, kort beklierde, vierspletige kelk uit. De bovenlip is niet gedeeld. De onderlip is drielobbig. De helmknoppen zijn gewimperd. Soms komt de bloeiwijze niet boven de grond, dan bloeit de plant ondergronds met kleistogame bloemen (bloemen die zich niet openen). Na de bloei valt de stengel vaak om.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


FrankBothe - cc by-sa 3.0


Petr Filippov - cc by-sa 3.0


Enrico Blasutto - cc by-sa 3.0

Vruchten en zaden-De doosvrucht springt langs de hoofdnerven open. De vele, ronde, stoffijne zaden zijn ongeveer 1 mm. Ze bezitten een oliehoudend gezwel en worden door mieren verspreid. Tweezaadlobbig.


Yuliya Krasylenko -cc by-sa 4.0


Yuliya Krasylenko -cc by-sa 4.0


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Beschaduwde plaatsen op vochtige, voedselrijke, meestal kalkhoudende grond (zand en leem). De plant woekert op de wortels van verschillende vroegbloeiende loofbomen en struiken, voornamelijk op katjesdragers (Hazelaar, Iep en els), maar ook op Es en Beuk.

Groeiplaatsen-Loofbossen, kalkrijke bossen, hellingbossen (met name aan de voet van hellingen), struwelen, heggen, hakhout en langs beken en rivieren.

Verspreiding

Wereld-Een gebergteplant uit Zuidwest-Azië en Zuid-, Midden- en West-Europa.

Nederland-Inheems. Zeer zeldzaam.

Vlaanderen-Niet in Vlaanderen.

Wallonië-Inheems. Zeldzaam.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl